Zelfbeheersing is zwaarste vuurproef bij wapenstilstand Syrië

Het is rustiger in Syrië nadat gisteravond een staakt-het-vuren was ingegaan. Volgens correspondent Sander van Hoorn worden er nog wel wat schendingen gemeld. Zo zou het regeringsleger hebben geschoten in Aleppo.

Ook in het zuidwesten waren er schermutselingen tussen regering en opstandelingen. "Nu is het afwachten of dat geweld steeds minder gaat worden."

Het is met zo veel partijen en strijdtonelen bijna niet te doen dat iedereen tegelijkertijd zijn wapens neerlegt, zegt Van Hoorn. Dat is de vorige keren in Syrië ook niet gelukt.

Serieuze wapenstilstand

Waar je volgens hem nu op moet letten, is of iedereen ondanks de incidenten zijn kalmte bewaart. "De regering noch de oppositie wil worden aangewezen als degene die het heeft laten mislukken. Dan kunnen ze een probleem krijgen met Rusland en de VS, de landen van wie ze steun krijgen en die zich hebben ingespannen voor dit bestand."

Daar zit volgens Van Hoorn de crux bij deze wapenstilstand. "Het moet steeds moeilijker worden om de eerste te zijn die het staakt-het-vuren doorbreekt. Elke dag dat het rustig blijft, wordt de prijs om opnieuw de wapens op te pakken steeds hoger."

Na ongeveer een week kan op die manier daadwerkelijk toch een serieuze wapenstilstand ontstaan.

Dat zou goed nieuws zijn voor hulporganisaties als het Rode Kruis, dat klaarstaat om goederen naar zwaar getroffen steden als Aleppo te brengen. In het oosten van de stad zitten mensen met nauwelijks eten, medicijnen en gezondheidszorg. "We moeten daar echt naar binnen", zegt woordvoerder Iris van Deinse in het NOS Radio 1 Journaal.

Het Rode Kruis onderhandelt nog met de strijdende partijen zodat hulpverleners op de juiste plekken kunnen komen. "Onze mensen moeten veilig toegang kunnen krijgen. En we willen zelf kunnen kiezen wie er hulp krijgt", zegt Van Deinse. Pas als aan die voorwaarden is voldaan, gaan de hulpkonvooien rijden.