In beeld: een hadj-reis naar Mekka, wat houdt dat eigenlijk in?

Miljoenen gelovigen zijn het afgelopen weekend afgereisd naar Mekka, voor moslims de belangrijkste religieuze plek op aarde. De stad in Saudi-Arabië is dezer dagen weer het middelpunt van de jaarlijkse bedevaart, de hadj.

De hadj duurt vijf dagen en wordt gezien als gelegenheid voor bezinning en boetedoening voor alle zonden die men heeft begaan. De meeste pelgrims zijn gehuld in een wit gewaad, dat gelijkheid symboliseert.

De bedevaart naar Mekka wordt gemaakt door moslims uit alle hoeken van de wereld: van West-Afrikanen tot Europeanen en Amerikanen. Dit jaar zijn ongeveer 4000 Nederlanders naar Mekka afgereisd.

De eerste dag van de hadj begint bij de Kaäba, een kubusvormig gebouw op het plein bij de Grote Moskee van Mekka. Voor moslims is de Kaäba het huis van God op aarde.

Het gebouw is bedekt met donkere zijden doeken die zijn bedrukt met Koranteksten. Aan de oostkant van de kubus is de Zwarte Steen geplaatst, die de gebedsrichting in de islam bepaalt.

Moslims lopen tijdens de hadj zeven keer tegen de klok in om de Kaäba heen.

Na het ritueel bij de Kaäba volgt de sa'i; pelgrims lopen zeven keer biddend heen en weer tussen de kleine heuvels Safa en Marva, een afstand van ongeveer 350 meter. Het ritueel eindigt met een bezoek aan de waterbron Zamzam. Het water uit deze bron zou een geneeskrachtige werking hebben.

De volgende stop is Mina. Met bussen worden de pelgrims naar de woestijnplaats gebracht zo'n tien kilometer verderop. Daar brengen ze de nacht door in tentenkampen.

De tweede dag beklimmen de moslims de berg Arafat, waar moslims tot bezinning kunnen komen. De profeet Mohammed zou op deze berg zijn laatste preek hebben gehouden.

Dezelfde avond nog vertrekken de gelovigen per bus naar de Muzdallifah-vlakte. Daar wordt gebeden en brengt men de nacht door in een tentenkamp. Ook moeten de gelovigen zeven steentjes verzamelen en die meenemen voor een ritueel de volgende dag.

De derde dag van de hadj staat in het teken van de steniging van de duivel. Al heel vroeg vertrekken de pelgrims terug naar Mina, zodat ze daar nog voor zonsopgang zijn.

De zeven steentjes die ze de vorige dag hebben verzameld, gooien ze in Mina tegen drie stenen muren. Volgens de Koran deed de profeet Abraham dat ook toen de duivel probeerde zijn zoon af te pakken.

Na de steniging begint het offeren. Er wordt een schaap of ander vee geslacht als verwijzing naar Abraham die God de opdracht gaf zijn zoon te offeren. Ook wordt bij de mannen op deze dag het haar kaal of kort geschoren.

In de laatste twee dagen gaat het stenigen door. De hadj wordt afgesloten met opnieuw zeven rondjes om de Kaäba en een sa'i-ritueel. Na de zogenoemde afscheids-Tawaaf is de hadj voltooid en zijn de gelovigen zondeloos.