Miljoenen bommen in Laos, Obama zegt hulp toe
In het Aziatische land Laos liggen miljoenen balletjes verspreid door het land. Ze lijken een beetje op een tennisbal. Kinderen pakken ze daarom op om ermee te spelen, tot het balletje ineens ontploft.
De balletjes zijn overblijfselen van clusterbommen die de Amerikanen tijdens de Vietnamoorlog hebben afgeworpen boven het land. Tussen 1964 en 1973 gooide de VS 2 miljard kilo aan bommen naar beneden - meer dan de helft van het totale aantal bommen dat werd afgeworpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het doel was een bevoorradingsroute van Noord-Vietnamezen, die deels door Laos liep.
Zo'n 80 miljoen van die Amerikaanse bommen zijn nog niet ontploft en liggen nog ergens in het land. De Laotianen zijn al veertig jaar bezig om ze onschadelijk te maken, maar hebben nog maar 1 procent van de bommen geruimd.
De onontplofte clusterbommen hebben tot nu toe zo'n 20.000 levens geëist. De meeste slachtoffers zijn kinderen, die de bommen aanzagen voor speelgoed.
President Obama heeft vandaag toegezegd dat de VS de komende drie jaar 90 miljoen dollar vrijmaakt voor hulp bij het opruimen van de bommen. Ook worden er programma's opgezet voor voeding, scholing en gezondheidszorg.
Het is een groot gebaar van Obama. Hij trekt voor drie jaar bijna net zo veel geld uit als de VS de afgelopen 24 jaar uitgaf aan het ruimen van de bommen in Laos. "Gezien onze geschiedenis hier, vind ik dat de Verenigde Staten de morele verplichting hebben om Laos te helpen gezond te worden", zei Obama tijdens een bezoek aan het Aziatische land.
Het bezoek van Obama was historisch: niet eerder bezocht een Amerikaanse president in functie het land.
Bomlepel
Ondertussen proberen de inwoners van Laos er maar het beste van te maken. In de provincie Xieng Khouang worden de restanten van de bommen voor van alles gebruikt: om huizen te stutten, lepels van te maken of een hek van te bouwen.