Politiebond wil diepgaand onderzoek naar corruptie binnen de politie

De Nederlandse Politiebond pleit voor een breed onderzoek naar corruptie binnen de politie. Voorzitter Jan Struijs vraagt zich af of er bij de politietop sprake is van naïviteit. Er zou onvoldoende besef zijn dat de politie kwetsbaarder is geworden voor corruptiepraktijken.

Struijs pleit vanochtend in De Telegraaf voor "een serieus onderzoek" in een reactie op de jongste corruptiezaak bij de politie. In een toelichting tegen de NOS zegt hij dat minister Van der Steur opdracht moet geven tot een diepgaand onderzoek naar de voedingsbodem van de corruptie binnen het politieapparaat.

Struijs benadrukt dat de tijden zijn veranderd: "Dit zijn niet meer de jaren 90. Corruptie is niet meer de politieman of -vrouw die in de sportschool wordt benaderd."

Politiemensen onder druk

De NPB-voorzitter wijst op kwetsbare ict-systemen, waarvan codes duur worden verhandeld en binnen no-time in verschillende criminele netwerken belanden. Maar ook staan politiemensen binnen hun eigen etnische groepen volgens Struijs steeds vaker onder druk. "Ze krijgen dan te horen: jij hoort bij ons, geef ons informatie. Collega's melden ons dat, en ik wil meer van dat fenomeen weten. Daar hebben we onvoldoende oog voor." Hij noemt specifiek politiemensen van Marokkaanse, Turkse, Albanese en Vietnamese afkomst.

Ook gerenommeerde bedrijven maken zich volgens Struijs schuldig aan corruptiepraktijken waarbij de politie wordt gebruikt. "Wij hebben veel informatie in onze systemen en die is erg waardevol. Als bijvoorbeeld een bedrijf zich wil vestigen op een bedrijventerrein kan het handig zijn om te weten wie daar nog meer zitten, of om informatie te hebben over een bepaalde directeur."

Samenwerking met bedrijven

Een andere kwetsbaarheid is de toenemende samenwerking van de politie met private partijen, zegt Struijs. Hij wijst op de zaak die gisteren naar buiten kwam, van een politiecommissaris die al vijf maanden geschorst is op verdenking van fraude en corruptie. De verdachte is verantwoordelijk voor de inzet en aanschaf van waarnemingsapparatuur en leidde een platform waarin de politie samenwerkt met het bedrijfsleven.

"Denk aan een project om camera's op een slimme manier in te zetten tegen ladingdiefstallen. Dat is goed, maar welke spelregels zijn er voor samenwerking met private partijen? Er ontstaat daar een schemergebied, politiemensen moeten goed geïnstrueerd worden daarvoor."

Individuele zaken onderzoeken doet de politie al, erkent Struijs. "Maar het mag wel een slag dieper. De minister moet een extern onderzoek instellen naar corruptie binnen de politie en de voedingsbodem. Dat is belangrijk, zeker nu er de komende tien jaar 15.000 agenten bij komen."

Struijs refereert ook aan de zaak rond politiemol Mark M., de agent die in september vorig jaar werd opgepakt op verdenking van het doorverkopen van informatie aan criminelen. "Zo'n zaak gaat ontzettend traag. Politiemensen willen weten: wat kunnen we ervan leren. Maar we hebben nog geen fatsoenlijke rapportage gezien om van te leren. Corruptiezaken duren lang, en er wordt te weinig gekeken naar de oorzaken."