Ministeries vreesden na MH17-ramp voor maatschappelijke onrust
Hugo van der Parre
Researchredacteur
Topambtenaren maakten zich in de dagen na de MH17-ramp grote zorgen over de woede bij Nederlanders over het optreden van het kabinet. Op sociale media werd emotioneel gereageerd op het feit dat hulpverleners en onderzoekers geen vrije toegang kregen tot het rampgebied. "Wanneer deze woede en onmacht aanhoudt, kan dit leiden tot maatschappelijke onrust, bijvoorbeeld tijdens openbare herdenkingsbijeenkomsten", waarschuwden de ambtenaren in interne stukken.
Dat blijkt uit documenten die de NOS heeft verkregen na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). Minister Van der Steur heeft ze vrijgegeven op last van de rechter.
In een zaak aangespannen door de NOS, RTL Nieuws en de Volkskrant werd bepaald dat ambtelijke stukken over MH17 die eerst waren geheimgehouden of vrijwel geheel onleesbaar gemaakt, alsnog openbaar moesten worden. De meeste ministeriële documenten houdt Van der Steur overigens nog steeds buiten beeld.
De nieuwe documenten geven meer inzicht in de wijze waarop de topambtenaren op de ministeries in de hectische dagen na de crash opereerden. Duidelijk wordt onder meer hoe snel en hoe gestructureerd er gewerkt werd. Binnen 90 minuten na de ramp op donderdag 17 juli 2014 was er al een uitgebreide 'situatieschets en duiding' beschikbaar voor de eerste vergadering van de hoogste ambtenaren aan het begin van de avond.
"Gezien de beelden van de crash is de kans op overlevenden nihil", staat in de tekst. Daarin komen ook mogelijke oorzaken van de ramp voorbij. Een schietactie van pro-Russische rebellen wordt genoemd, maar ook falen van het vliegtuig, een terroristische aanslag en een zelfmoordactie van de piloot.
Sociale media
Opvallend is hoe nauwgezet de departementen de reacties in de media, in opiniepeilingen en op sociale media bijhielden. De eerste dagen wordt daar in de voorbereiding op de vergaderingen van de topambtenaren op bezorgde toon verslag van gedaan. "Het optreden van de Nederlandse regering krijgt, ook na de persconferentie van premier Rutte op zondagavond, overwegend negatieve reacties op sociale media", staat in een PowerPoint-presentatie van maandagochtend 21 juli. In hetzelfde stuk wordt gewaarschuwd voor het risico op incidenten tijdens herdenkingsbijeenkomsten.
Een dag later is er een peiling van het tv-programma EditieNL, waaruit juist waardering blijkt voor het optreden van koning Willem-Alexander, premier Rutte en minister Timmermans van Buitenlandse Zaken. En de sfeer slaat helemaal om na de Dag van Nationale Rouw, op 23 juli, met de ontvangst van de eerste slachtoffers op vliegveld Eindhoven en de lange stoet rouwwagens naar de kazerne in Hilversum. "Veel mensen uiten (op sociale media) hun waardering voor de respectvolle ceremonie, men geeft blijk van nationale trots en tonen hun emoties", staat er de volgende middag in de stukken.
Dag van Nationale Rouw
Ook over die Dag van Nationale Rouw en de vormgeving daarvan wordt snel beslist. Op dinsdag 22 juli ligt bij de ambtenaren nog de optie op tafel om zo'n rouwdag op 25 september te houden. Ook wordt er voorgesteld om slechts een tiental slachtoffers met lijkwagens naar Hilversum te vervoeren en de rest in eenvoudigere kisten met legervoertuigen, "omdat het anders te lang duurt". De betrokken ministers besluiten kort daarop echter om 23 juli Dag van Nationale Rouw te maken. De plechtigheid, met ruim zeventig begrafenisauto's, wordt vervolgens in minder dan 24 uur georganiseerd.
De stukken maken verder duidelijk hoe belangrijk de beleidsmakers het vinden om familie van slachtoffers centraal te stellen bij alle bijeenkomsten. Hoogwaardigheidsbekleders verdienen niet meer dan een bescheiden rol. "Waken voor een vip-parade: presentatie genodigden in twee groepen", staat in een nota ter voorbereiding van de ceremonie op Eindhoven.