Steeds meer mensen hebben meer dan één baan
We zijn druk. We werken meer en we zorgen meer. Bijna één op de tien mensen met werk heeft tegenwoordig niet één baan, maar twee of meer banen. Twintig jaar geleden was dat nog maar drie procent. Vooral zelfstandigen hebben naast hun werk nog een betaalde baan, bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs.
De reden waarom meer mensen meer dan één baan hebben is vooral praktisch: één baan levert te weinig op.
Daarbij komt dan de zorg voor kinderen of familie en die combinatie leidt tot spanningen, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Mensen hebben ook vaker een flexcontract. Had in 2004 bijna 75 procent van de werkenden een vast contract, tien jaar later was dat gedaald naar 58 procent.
Tussen 1986 en 2014 steeg het aantal mensen met betaald werk sterk, vooral dat van vrouwen en ouderen. Geen betaalde baan hebben voelt alsof je eruit ligt. Meer banen hebben leidt doorgaans ook tot lange werkweken.
Scholing
Ook blijven leren is belangrijk. Cursussen en scholing volgen om bij te blijven in je werk of voor de baan ernaast. Maar soms komt daar niets van terecht. Vooral laagopgeleiden, ouderen en mensen met een flexcontract doen weinig aan scholing.
Voor 'een leven lang leren' wordt al jaren campagne gevoerd, maar in meer dan tien jaar tijd is het aantal werknemers dat scholing volgt gelijk gebleven.
Mensen die beter geschoold zijn, maken meer kans op een nieuwe baan als ze werkloos worden. Eind 2014 deed 40 procent van de werknemers een cursus of een andere vorm van scholing, hetzelfde percentage als tien jaar daarvoor.
"Werkgevers hebben juist op een flexibele arbeidsmarkt minder prikkels om te investeren in de scholing van werknemers, omdat die scholing ook weer verloren gaat op het moment dat zij het bedrijf verlaten", zegt SCP-onderzoekster Patricia van Echtelt.
Het SCP concludeert verder dat er steeds meer mensen zijn die werk en zorg combineren. Een op de vijf valt dit zwaar. Dat geldt vooral voor vrouwen en zelfstandigen.
"Die combinatie gaat niet altijd zonder slag of stoot", constateert Van Echtelt. "Voorheen was dit vooral iets wat speelde bij gezinnen met jonge kinderen. Maar nu krijgen juist ook veel ouderen hier last van, omdat zij de zorg op zich moeten nemen voor bijvoorbeeld hun ouders of hun partner."