De grote successen gingen aan Ton Pronk voorbij
In 2011 ontving Ton Pronk een gouden speld ter ere van zijn zestigjarig lidmaatschap van Ajax. In tien jaar daarvan gold Pronk als een steunpilaar in de defensie van de club. Hij speelde de finale van de Europa Cup I in 1969, de aanzet voor de gloriejaren van Ajax in de jaren 70. Maar toen moest hij plaatsmaken.
Het leven van Ton (Tonnie) Pronk was vanaf het begin vervlochten met Ajax. Pronk, geboren in het eerste jaar van de Duitse bezetting in Amsterdam-Oost, werd op aandringen van buurman en oud-international Cor van der Hart op tienjarige leeftijd opgenomen bij de welpen van de club.
Negen jaar later debuteerde de stevige stopperspil in het eerste elftal van Ajax in de verloren Europa Cup-wedstrijd tegen het Noorse Fredrikstad (4-3). Op 4 september maakte Pronk ook zijn debuut in de eredivisie tegen PSV (0-0).
Finale in Madrid
Pronk bleef een vaste waarde in het hart van de Ajax-defensie toen Rinus Michels het in 1965 overnam van Vic Buckingham. Michels leidde de ploeg niet alleen naar drie landstitels op rij, maar ook naar de eerste Europa Cup I-finale in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. Die finale, in Madrid tegen AC Milan, werd het hoogtepunt in de loopbaan van Pronk. En tegelijk het dieptepunt.
Ajax verloor met 4-1 van de Italianen en trainer Michels verloor het vertrouwen in de robuuste verdediger. En dat terwijl Pronk eerder nog indruk had gemaakt door in de kwartfinales tegen Benfica de Portugese vedette Eusebio uit de wedstrijd te spelen. In de zomer botste Pronk met Michels die hem een gebrek aan inzet verweet. Na een seizoen op de bank trok de ras-Ajacied zijn conclusies en speelde hij nog vier jaar voor FC Utrecht.
Litmanen en Zlatan
Na zijn actieve spelersloopbaan keerde Pronk terug in De Meer, als jeugdtrainer en als scout. In die rol was Pronk op zijn best: zo zorgde hij dat de Nigerianen Finidi George en Nwankwo Kanu in Amsterdam terechtkwamen en geldt hij als de ontdekker van Jari Litmanen en Zlatan Ibrahimovic.
Ton Pronk speelde 337 officiële duels voor Ajax en maakte daarin zes doelpunten. Ook speelde hij tussen 1961 en 1969 negentien interlands voor Oranje.