Vingerafdrukken verdwijnen door chemotherapie
Kankerpatiënten die het antikankermiddel capecitabine gebruiken lopen de kans hun vingerafdrukken tijdelijk kwijt te raken. Bij een op de zeven patiënten die het middel krijgen worden de vingerafdrukken geheel of grotendeels gewist, blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC en de politie Den Haag. Het is vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift JAMA Oncology.
Door de bijwerking kunnen de betrokken patiënten zich niet identificeren met hun vingerafdruk en daardoor bijvoorbeeld geen nieuw paspoort aanvragen of naar de VS reizen. Ze krijgen ook problemen met de biometrische beveiliging van smartphones, tablets of laptops. Daarbij is een vingerafdruk nodig om de apparaten te activeren.
Die biometrische beveiliging wordt ook steeds vaker toegepast bij gebouwen. Er zijn bijvoorbeeld kinderdagverblijven waar ouders zich met hun vingerafdruk toegang tot het gebouw moeten verschaffen. Ook sportscholen en bedrijven passen deze beveiligingsmethode wel toe. Intussen zijn er zelfs enkele typen auto's waarvan de deuren ontgrendeld moeten worden met een vingerafdruk.
Een paar weken na beëindiging van de kuur keren de vingerafdrukken ongewijzigd terug.
Capecitabine is een van de meest gebruikte middelen tegen kanker. Het wordt onder meer voorgeschreven aan patiënten met borstkanker, dikkedarmkanker, endeldarmkanker en maagkanker. In 2014 gebruikten twaalfduizend patiënten het middel. Patiënten slikken het in tabletvorm. De duur van een therapie met capecitabine varieert van twee tot circa zes maanden.
Er was al langer sprake van dat vingerafdrukken aangetast kunnen worden door capecitabine. Daarbij ging het telkens om beschrijving van incidentele gevallen. Het Erasmus MC heeft in samenwerking met de politie Den Haag voor het eerst een systematisch onderzoek ingesteld. Daarbij werden 150 patiënten betrokken. Van zo veel mogelijk patiënten zijn voor, tijdens en na hun chemotherapie afdrukken genomen van alle tien vingers.
In totaal kregen 66 patiënten capecitabine. Bij negen van hen verdwenen de vingerafdrukken geheel of bijna geheel. Een groep van 46 patiënten kreeg een ander middel (sunitinib of sorafenib). Van die groep raakte één patiënt zijn of haar vingerafdrukken tijdelijk kwijt.
Ruim twee derde van de groep patiënten die capecitabine slikte en bijna de helft van de andere groep kreeg als bijwerking het hand-voetsyndroom, een meer of minder hevige huidaandoening. Aanvankelijk dachten de onderzoekers dat die aandoening de vingerafdrukken aantastte, maar er blijkt geen enkel oorzakelijk verband tussen beide bijwerkingen te zijn.
De onderzoekers raden patiënten die capecitabine slikken en op reis gaan aan om een brief van hun arts te vragen om eventuele problemen aan grenzen te voorkomen. En artsen zouden zich nadrukkelijk bewust moeten zijn van de hinder die een deel van de capecitabine-slikkers kan ondervinden en hun patiënten daarop voorbereiden.