'Schiphol te optimistisch bij meten geluidsoverlast'
Schiphol moet zijn methode om geluidsoverlast te meten nog eens tegen het licht houden. De nieuwe start- en landingsprocedures leveren in werkelijkheid meer lawaai op dan de luchthaven nu berekent, concludeert de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.).
De commissie keek in opdracht van staatssecretaris Dijksma naar het rekenmodel dat Schiphol gebruikt. Daarbij werd ook een vergelijking getrokken met andere, internationale rekenmodellen. De 'geluidswinst' die Schiphol voor zichzelf berekent, is te optimistisch, luidt de conclusie.
De uitkomst is belangrijk omdat Schiphol wil uitbreiden. De winst die geboekt zou worden door andere start- en landingsprocedures zou ruimte bieden voor de uitbreiding. Het advies van de commissie is om de rekenmethode te actualiseren. "Pas daarna kan een goed onderbouwd besluit worden genomen over de verdeling van de vrijkomende geluidruimte voor de verdere groei van de luchthaven."
De commissie kreeg de opdracht om onderzoek te doen omdat omwonenden en belangenorganisaties twijfels hadden over de gebruikte methode. Het advies van de commissie loopt vooruit op het milieueffectrapport.