'Nederlanders slecht voorbereid op een ongeluk in kerncentrale'
De meeste Nederlanders weten niet wat te doen in geval van een incident in een kerncentrale, blijkt uit onderzoek door het RIVM en GGD Groningen in opdracht van het ministerie van VWS. Ze weten weinig of niets over straling, over de gevolgen van blootstelling daaraan en het gebruik van jodiumtabletten.
En dat terwijl er net over de grens in België twee centrales staan (Doel en Tihange), in het oosten een in Duitsland (Lingen) en een in Nederland (Borsele). De onderzoekers adviseren minister Schippers om een publiekscampagne te starten die mensen vertelt wat te doen bij een kernongeluk en onderwijs te geven in de werking van straling.
Gevaren reëel inschatten
De meeste mensen hebben het idee dat straling al in kleine hoeveelheden en over grote afstanden gezondheidsrisico’s en zelfs doden veroorzaakt en dat bescherming hiertegen onmogelijk is. En dat is maar ten dele waar, zegt Harry Slaper, stralingsdeskundige bij het RIVM.
"Het is belangrijk dat iedereen de gevaren reëel inschat, zodat mensen niet in paniek raken als er echt iets aan de hand is. Er is veel onwetendheid over wat te doen als het misgaat. Als je bijvoorbeeld denkt dat je het beste zo snel mogelijk kunt vertrekken, is dat in werkelijkheid lang niet altijd het geval. Je kunt in de file terechtkomen, terwijl er dan net een radioactieve wolk langs je trekt. In dat geval had je er veel beter aan gedaan om binnen te blijven met deuren en ramen gesloten." zegt Slaper.
Uit het onderzoek blijkt ook dat er veel onduidelijkheid is over de distributie van jodiumtabletten. Mensen hebben geen idee waarom de tabletten alleen gegeven worden aan personen jonger dan 40 jaar of wanneer ze precies ingenomen moeten worden. Er is een grote behoefte aan informatie, ook bij mensen die helemaal niet in de buurt van een kerncentrale wonen en het risico op een ongeval beperkt is.
"Wat we weten van eerdere kernongelukken, is dat vooral kinderen gevoeliger zijn voor schildklierkanker. Rond Tsjernobyl bleken jonge kinderen vaker problemen met de schildklier te krijgen. Als je hen preventief jodiumtabletten laat slikken, is hun schildklier verzadigd en wordt de radioactiviteit niet meer opgenomen. Mensen boven de 40 hebben hier geen baat meer bij, want dan worden de bijwerkingen van de tabletten vervelender dan de kwaal.", zegt Slaper.
Om voorbereid te zijn op een kernongeval, zijn jodiumtabletten verstrekt aan mensen tot 40 jaar die in de buurt van een kerncentrale wonen. In juli 2014 heeft de overheid besloten dat jodiumtabletten ook beschikbaar moeten zijn voor personen tot 18 jaar en zwangere vrouwen die tot een afstand van 100 kilometer van een kerncentrale wonen. Volgens de onderzoekers moeten de tabletten niet alleen verspreid worden onder de mensen in het risicogebied, maar ook op een aantal centrale punten in een gemeente liggen, zoals het gemeentehuis. Mensen vergeten weleens waar ze liggen of verhuizen naar een risicogebied waardoor nieuwe bewoners nog geen pillen hebben.
Publiekscampagne
Een publiekscampagne en onderwijs over de gevolgen van radioactieve straling zijn nodig om mensen beter te informeren. "Het is belangrijk dat je weet wat je moet doen, of je jodiumtabletten moet slikken en zo ja wanneer en of je moet schuilen en/of evacueren. Door dit op tijd te communiceren kan paniek voorkomen worden", zegt Slaper.
Slaper: "Na Fukushima is er opnieuw goed nagedacht over de gevolgen van een kernongeluk. Er is geconstateerd dat het raar is dat er vlak over de grens een ander beleid is, terwijl radioactiviteit zich niet aan grenzen houdt. Daarom hebben we dit beleid willen stroomlijnen en gaat Nederland ook op grote schaal jodiumpillen distribueren."