Controle op hoofdluis
NOS Nieuws

De hoofdluis vindt iedereen lekker, ook papa en mama

Het is een jaarlijks terugkerend probleem aan het eind van de zomervakantie: hoofdluis. Deze week zijn in een deel van het land de scholen weer begonnen. En als veel kinderen bij elkaar zijn, is de kans op hoofdluis daar groter.

Op de basisscholen wordt uitgebreid gecontroleerd op beestjes op de kinderhoofden, maar volgens het Landelijk Steunpunt Hoofdluis kunnen ouders vooraf al heel veel doen. “Als ouders thuis al gaan kijken of kinderen helemaal luisvrij zijn, dan vind je helemaal niets op school”, zegt Ingrid Ligthart van het steunpunt. “Maar meestal is het niet goed. En heel vaak wordt na de vakantie dus veel hoofdluis aangetroffen.”

De hoofdluis is een parasiet die leeft van mensenbloed. Het beestje zoekt graag behaarde en warme plekjes op, zoals achter de oren en in de nek. Een hoofdluis verspreidt zich in een hoog tempo en groeit razendsnel. Een jonge luis is in ongeveer een week in staat om zelf eitjes te leggen. “Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus erg belangrijk”, is de boodschap van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis.

De boosdoener in het verhaal: een hoofdluis

Het gaat vaak mis bij ouders die denken dat het niet aan hun eigen kinderen ligt, maar dat is een verkeerde gedachte. Volgens Ingrid Ligthart moeten ouders ‘een lange adem' hebben, ook als ze denken de hoofdluis hun kroost niet treft. “Je moet het controleren blijven volhouden, tot het helemaal voorbij is. En als het voorbij is kun je gas terugnemen, maar je moet er tóch op blijven letten.”

Toch komt hoofdluis niet per se vaker voor na schoolvakanties, maar de parasiet wordt dan wel vaker ontdekt omdat er op scholen meer op gecontroleerd wordt. Het beestje doet weinig kwaad, maar kan wel jeuk veroorzaken.

Hoofdluizen zijn overlopers, iedereen kan ze krijgen.

Ingrid Ligthart van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kunnen ook volwassenen hoofdluis krijgen. “Die luis vindt iedereen even lekker”, zegt Ingrid Ligthart. “Maar onder jonge kinderen komt het meer voor, omdat zij veel meer fysiek contact met elkaar hebben."

Er zijn steeds meer middeltjes die steeds beter zouden moeten werken, maar bij het Landelijk Steunpunt Hoofdluis is toch geen daling van het aantal hoofdluisgevallen te zien. “Op dit moment zien wij eigenlijk net zoveel hoofdluis als voordat die middeltjes er waren.”

Als iemand in het gezin tóch hoofdluis heeft opgelopen, dan moeten de andere gezinsleden zich daar goed bewust van zijn. “Aangezien luizen overlopers zijn, is de kans aanwezig dat de anderen het ook hebben. Het is daarom van belang om het hele gezin met een luizenkam of netenkam te controleren.”

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl