Een jaar eenzaam temperaturen meten op een gletsjer
Van diepvrieskou tot najaarsstorm, van een dik pak sneeuw tot anderhalve meter smeltend ijs. Het weerstation dat ik samen met een team van de Universiteit Utrecht op een gletsjer in Spitsbergen plaatste, heeft vandaag precies een jaar lang weer en wind getrotseerd.
Het station werd vorig jaar geplaatst tijdens de grootste Nederlandse poolexpeditie ooit georganiseerd en heeft al die maanden per satelliet gegevens naar Nederland verzonden. Daardoor krijgen we een goed idee van de weersomstandigheden op de gletsjer.
Wat mij het meeste opvalt? Het relatief milde weer dat in alle jaargetijden werd gemeten. Zelfs midden in de poolnacht, wanneer de zon een paar maanden onder de horizon verdwijnt, waren er periodes waarin de temperatuur rond of boven het vriespunt lag.
Waarschijnlijk is de afwezigheid van zee-ijs rond Spitsbergen een belangrijke oorzaak voor het zachte weer. Zonder het ijs blijft het open water aan de voet van de gletsjer ook in de winter rond de nul graden. Het water in het fjord vormt dan een belangrijke bron van warmte voor de omgeving.
Ook in de zomer was er vrijwel geen zee-ijs rond Spitsbergen. Mogelijk is er daardoor meer ijs en sneeuw gesmolten dan in een gemiddeld jaar: tussen eind mei en vandaag is ruim twee meter sneeuw en anderhalve meter ijs verdwenen.
Niet alleen rond Spitsbergen, maar in het hele Noordpoolgebied lag dit jaar weinig zee-ijs. De afname die we sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zien, zet daarmee door. Waarschijnlijk komt 2016 in de top drie van jaren met het minste zee-ijs ooit.
Als alles goed gaat, verzamelt het weerstation in totaal vijf jaar lang gegevens. Hiermee hopen mijn collega's en ik in kaart te brengen wat het slinkende zee-ijs voor effect heeft op de snelheid waarmee gletsjers in het poolgebied smelten.
Die wisselwerking tussen zee-ijs, dat mogelijk halverwege deze eeuw 's zomers helemaal verdwenen zal zijn, en het smelten van gletsjers wordt nu nog onvoldoende onderzocht.