Veertien doden en bijna 300 gewonden bij drie aanslagen in Turkije
Bij drie aanslagen in het oosten van Turkije zijn veertien doden gevallen. In totaal raakten bijna 300 mensen gewond, zeggen de Turkse autoriteiten. Bij twee aanslagen ging een autobom af voor een politiebureau.
Volgens de Turkse president Erdogan zijn de terreurdaden het werk van de verboden Koerdische PKK. Die zou hulp hebben gekregen van de aanhangers van Erdogans aartsvijand, de geestelijke Gülen.
De zwaarste aanslag vond vanmorgen plaats bij een politiebureau in de stad Elazig. Een autobom explodeerde op het moment dat de agenten bij het bureau arriveerden om aan het werk te gaan. Hier kwamen vijf mensen om en raakten 217 mensen, onder wie 85 agenten, gewond.
In de provincie Van, aan de Iraanse grens, kwamen vannacht drie mensen om het leven bij een aanslag met een autobom op een politiebureau. Volgens de Turkse autoriteiten zijn de doden één agent en twee burgers. Zeker 73 mensen zouden bij die ontploffing gewond zijn geraakt.
Bij de derde aanslag, die vanmiddag plaatsvond, ontplofte een bermbom in de zuidoostelijke provincie Bitlis. Daarbij kwamen volgens Turkse media vijf militairen en een burgerwacht om het leven en raakten zes militairen gewond. Ook hier worden de daders gezocht in PKK-kringen.
In een toespraak zei president Erdogan dat er geen verschil is tussen de PKK, Islamitische Staat en de Gülenbeweging. "Deze groeperingen richten zich gezamenlijk tegen de Turkse staat."
De islamitische geestelijke Gülen wordt door de president ook gezien als het brein achter de mislukte staatsgreep van 15 juli. Aanhangers van Gülen zouden de PKK hebben voorzien van geheime informatie voor de aanslagen van vandaag.