Een schip van de Kustwacht
NOS Nieuws

Falende hulpverlening en zeeziekte werden diabetespatiënt fataal

Op donderdag 30 oktober 2014 meldt schipper Karel Diephuis zich vlak voor het middaguur bij de Kustwacht. Diephuis is een dag eerder samen met zijn zwager, die diabetes heeft, op zijn zeiljacht Contentezza vanuit Denemarken vertrokken naar Nederland.

De schipper vertelt de Kustwacht dat zijn zwager al 24 uur zeeziek is en dat hij vermoeid begint te raken. Het is het eerste contact met de Kustwacht; er zouden nog heel wat contacten volgen. Toch komt de juiste hulp niet op gang en wordt de combinatie van diabetes en zeeziekte de zwager fataal.

"Het is een verhaal met twee kanten", zegt de schoonzoon van Diephuis, Frank Stienstra. "Het falen van de medische hulpverlening en de chaos tussen alle betrokken partijen." Het voorbeeld is opgenomen in het vandaag gepresenteerde rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), waarin wordt geconcludeerd dat de medische hulp op de Noordzee tekortschiet.

Het zeiljacht Contentezza

Op het schip van Diephuis wordt de situatie in de uren die volgen niet beter. Het zeiljacht heeft motorproblemen en de toestand van zijn reisgenoot verslechtert. Aan het einde van de middag roept Diephuis opnieuw de Kustwacht op met zijn marifoon. Hij wil een arts spreken en vertelt over de suikerziekte van zijn 66-jarige zwager.

Vanwege storingen op de lijn lukt het pas een half uur later om een arts te spreken. In dat gesprek wordt de suikerziekte van Diephuis' zwager wel benoemd, maar de arts vraagt niet naar de bloedwaardes van de patiënt en of die gemeten kunnen worden.

Heeft een doodziek bemanningslid, 66 jaar, lijdt aan diabetes. Wil graag dokter spreken.

Fragment uit Kustwacht-logboek van marifoongesprekken

Rond 17.30 uur meldt de schipper zich weer bij de Kustwacht: hij kan geen koers meer houden vanwege de motorproblemen. De Kustwacht alarmeert de vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij op Ameland, die uitvaren. Aan boord is geen medisch personeel.

Ook andere schepen horen de oproep van schipper Diephuis. "En dan komt er een soort wedstrijd op gang", vertelt schoonzoon Stienstra. "Ook commerciële partijen horen die boodschap, en die weten dat ze een bergingsloon kunnen krijgen als ze het schip in nood redden." Dat is precies wat er gebeurt: een commerciële rederij stuurt ook een schip naar het zeiljacht van Diephuis.

Meneer meldt dat hij zijn jacht niet meer onder zeil kan houden.

Fragment uit Kustwacht-logboek van marifoongesprekken

De KNRM-boot komt als eerste bij het zeiljacht aan. Een van de vrijwilligers gaat aan boord. Er volgt een gesprek met Diephuis, de zogeheten opstapper legt uit wat er gaat gebeuren. Hij kijkt niet naar de zeezieke zwager. Later komt ook het schip van de commerciële rederij aan. Er wordt besloten dat die het zeiljacht naar de haven van Harlingen zal slepen.

Rond 01.30 uur valt de oververmoeide Diephuis in slaap op de bank in zijn jacht.

Als hij vroeg in de ochtend wakker wordt, ziet hij dat zijn zwager niet meer beweegt. Hij neemt direct contact op met het schip dat hem sleept, die een ambulance naar Harlingen laat komen, maar dat is nog uren varen. Twee uur later lijkt het alsof de zeezieke zwager in coma is gevallen. Weer neemt Diephuis contact op met de sleepboot. Onmiddellijk wordt er een helikopter met een arts gestuurd en vaart er een reddingsboot met ambulancemedewerkers uit.

Het is te laat. Om 09.03 uur komt de melding dat de patiënt is overleden.

Volgens de opstapper is de patiënt in een coma of hypo.

Fragment uit Kustwacht-logboek van marifoongesprekken

Volgens de OVV is het een voorbeeld van het falen van de medische hulpverlening op zee. Zo heeft de arts die contact had met Diephuis niet goed doorgevraagd naar de suikerziekte. Ook was er veelvuldig contact tussen de arts en de Kustwacht, maar niet direct met het zeiljacht.

De communicatie werd er ook niet makkelijker op met zoveel partijen, stelt de Onderzoeksraad. "Daardoor werd uiteindelijk pas op het laatste moment de urgentie van de situatie duidelijk. Op dat moment zijn ambulancepersoneel en een arts richting het schip gebracht. Voor de patiënt kwam deze hulp te laat."

De familie van schipper Diephuis wil het verhaal graag vertellen, zegt zijn schoonzoon Stienstra. "We hopen dat ons verhaal eraan bijdraagt dat het systeem anders wordt. Want zoals het nu is, kan het niet."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl