Asscher houdt vinger aan de pols bij Rotterdams salafisten-instituut

De oprichting van een Rotterdams lesinstituut door salafistische moslims kan voorlopig doorgaan. Minister Asscher van Sociale Zaken is niet van plan de komst van het omstreden instituut nu tegen te houden. Wel moeten de oprichters zich aan de strenge Nederlandse regels houden, zegt hij.

"Het kopen van een schoolgebouw is niet hetzelfde als het beginnen van een school", reageert Asscher op de onrust over de aankoop van een voormalig ROC-gebouw. Het gebouw van zo'n 7000 vierkante meter is gekocht door een Egyptische Nederlander, die ook contact heeft met een Eindhovense moskee die vorig jaar enkele haat-imams had uitgenodigd.

Stichten

De Tweede Kamer reageerde vanmorgen verbijsterd op de aankoop van het ROC-gebouw en wil zo snel mogelijk opheldering. Asscher wijst erop dat er allerlei kwaliteitseisen gesteld worden aan het bestuur, het onderwijs, de docenten en de wijze van financiering. "Een pand kopen kan iedereen, maar voor het stichten van een school, een internaat of een activiteitencentrum gelden echt strenge normen."

Asscher ziet nu niets in een verbod, omdat ook niet duidelijk is of de Rotterdamse oprichters op dit moment een wet overtreden. Hij benadrukt ook dat nu nog geen sprake is van een salafistenschool. Hij wil dat de kopers van het ROC-pand snel met de gemeente Rotterdam om tafel gaan zitten om duidelijkheid te geven over de bestemming van het gebouw.

Premier Rutte sloot zich in zijn wekelijkse persconferentie aan bij Asscher. Ook hij wees erop dat Nederland strenge regels kent voor het stichten van een school.