Inzet burgerhulpverleners leidt tot veel minder doden
De inzet van burgerhulpverleners is meer dan effectief. Uit onderzoek van het UMC Maastricht blijkt dat een kwart meer mensen wordt gered wanneer zo'n hulpverlener binnen zes minuten na een noodoproep bij de patiënt is.
Een burgerhulpverlener krijgt een sms'je wanneer bij hem in de buurt een noodgeval via 112 is gemeld. De hulpverlener kan daardoor binnen zes minuten ter plaatse zijn om eerste hulp te bieden. Volgens het academisch medisch centrum is die korte tijd cruciaal om mensen te redden.
In Nederland zijn 180.000 burgerhulpverleners, vrijwilligers die een reanimatiediploma hebben.
De Hartstichting zegt dat het oproepsysteem nog niet overal goed werkt. Zo hebben zich in Utrecht 466 vrijwilligers aangemeld, maar die worden nooit ingeschakeld, zegt de stichting. Ook elders in de Randstad hapert het systeem nog.
Snelheid belangrijk
Het UMC Maastricht heeft twee jaar onderzoek in Limburg gedaan naar het effect van de hulpverleners. In die twee jaar werden 833 mensen gereanimeerd omdat ze een hartstilstand kregen. In ruim de helft van de gevallen (422) werden burgerhulpverleners ingeschakeld. Dankzij hun snelle inzet overleefde 27,1 procent van de mensen, blijkt uit het onderzoek.
Een reanimatiecursus kan volgens het UMC Maastricht dus veel levens redden. Wanneer iemand zo'n cursus heeft gehad en op straat ziet dat iemand een hartstilstand krijgt, kan hij meteen te hulp schieten. "Snel en adequaat optreden zorgde er in 92 procent van de gevallen voor dat overlevers naar huis konden na ontslag uit het ziekenhuis."
Het is voor het eerst dat in Nederland een groot onderzoek is gedaan naar het effect van burgerhulpverlening.