Wat merken bedrijven van het Britse referendum?
Bedrijven zitten met de handen in het haar nu de Britten besloten hebben uit de Europese Unie te stappen. Hoewel sommige profiteren van het voorgenomen vertrek, zijn er vooral veel zorgen. De effecten zijn nu al te merken.
Er staan een hoop belangen op het spel en er zijn veel afspraken die kunnen komen te vervallen. Enkele onzekerheden op een rij.
Waarde van het pond
Het Britse pond verloor meteen veel waarde na het referendum. Voor Nederlandse bedrijven die importeren uit het Verenigd Koninkrijk is dat een voordeel, zoals voor de Nederlandse whisky-importeur Maurice van Wees. "Wij importeren veel single malts uit Schotland en profiteren van het lage pond." Over mogelijk stijgende handelskosten maakt hij zich nog geen zorgen. "Dat is nog vooral gelul in de ruimte."
Als Britse producten goedkoper worden, kan dat een voordeel zijn voor exporteurs en de toerisme-industrie in Groot-Brittannië. Maar het kan het ook een nadeel zijn. Nu al zijn er internationale bedrijven die hun facturen voorlopig waar mogelijk omleggen van hun Engelse naar hun Europese takken. Zij vrezen dat ze anders te weinig verdienen in verhouding tot wat ze hun toeleveranciers betalen.
Voor toeleveranciers die bijvoorbeeld vanuit Nederland leveren aan Britse bedrijven betekent het dat hun producten mogelijk onbetaalbaar worden. Vorig jaar exporteerden we 38 miljard euro aan goederen vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk, en haalden we voor 21 miljard ons land in.
Stijgende handelskosten
Op de lange termijn zouden bij een brexit de kosten om producten in en uit te voeren waarschijnlijk omhoog gaan, omdat er bijvoorbeeld betaald moet worden om producten te mogen invoeren en procedures bij de douane ingewikkelder worden. Nu is er nog vrij verkeer van goederen tussen de EU-lidstaten. Hoeveel de kosten stijgen als Groot-Brittannië geen onderdeel meer is van de EU, hangt af van welke afspraken ervoor in de plaats komen.
Het Britse accountants- en belastingadviseursbedrijf PwC acht de kans het grootst dat er voorlopig geen nieuw verdrag komt. Dat betekent dat de handel terugvalt op de handelsvoorwaarden van de Wereldhandelsorganisatie. In dat geval zullen de handelskosten met zo'n 13 procent stijgen, denkt het CPB.
Volgens eerdere ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) zou het voor Nederland echter economisch gezien het meest gunstig zijn als er een nieuw vrijhandelsverdrag wordt gesloten tussen Groot-Brittannië en de EU. Dat is dan vooral omdat de handelskosten relatief weinig stijgen, zo’n 6 procent.
Leave-stemmers hopen dat daar lagere kosten tegenover staan voor Britse bedrijven die niet langer aan EU-regels hoeven te voldoen. Hoe dat uitpakt hangt er natuurlijk vanaf welke wetten geschrapt worden.
Voor de Britse economie is financiële dienstverlening een belangrijke bron van inkomsten. Binnen de Europese Unie is de Londense City een belangrijke schakel voor zakelijke dienstverleners, zoals banken, advocatenkantoren en accountantsbureaus.
Een groot deel van het personeel dat bij deze bedrijven werkt is niet-Brits. Zij kunnen na de brexit straks met hun buitenlandse paspoort mogelijk minder makkelijk aan het werk in de City. Analist Richard Withagen van Kepler Cheuvreux denkt dat het mee kan vallen met de beperking van dit vrije verkeer van mensen. "Een bedrijf als Unilever, dat deels in Nederland en deels in Engeland zit, kan daar denk ik wel een creatieve oplossing voor vinden."
De Britten exporteren hun financiële diensten ook graag naar het buitenland. Om in heel de EU makkelijk zulke diensten te mogen verlenen, hebben banken een bankvergunning van een EU-land nodig. Het is nog maar de vraag of Britse banken zo'n vergunning straks nog kunnen krijgen.
Financiële instellingen hebben ook op de beurzen voorlopig het meeste last van het referendum.
Europese subsidies op losse schroeven
Hoewel Groot-Brittannië netto meer betaalt aan de EU dan geld ontvangt, en dus miljarden kan besparen door eruit te stappen, komen er ook miljarden aan subsidiegeld ten goede aan het Engelse bedrijfsleven.
Britse bedrijven die nu in een Europees subsidie aanvraagtraject zitten, weten niet of die subsidies straks zullen vervallen als Groot-Brittannië uit de EU treedt.
Het Duitse technologiebedrijf Siemens laat weten voorlopig geen investeringen te zullen doen in nieuwe Britse windenergieprojecten. Een woordvoerder benadrukt dat het bedrijf eerst moet weten hoe geld uit Europese fondsen voor onderzoek en ontwikkeling verdeeld zal worden tussen de EU en Groot-Brittannië, voordat het nieuwe handelsplannen voor de lange termijn kan maken.
Uitstel van investeringen
Vanwege de onvoorspelbare situatie waarin bedrijven nu verkeren, zullen ze ook investeringen uitstellen en wachten met het aannemen van nieuw personeel, denkt kredietbeoordelaar Fitch. Investeringen zullen volgend jaar 5 procent minder zijn dan verwacht en in 2018 zelfs 15 procent minder.
Volgens adviesbureau IHS geldt dat zeker ook voor autofabrikanten, een belangrijke industrie in Groot-Brittannië die om veel langetermijninvesteringen vraagt. Ook zullen consumenten grote aankopen zoals een nieuwe auto uitstellen.
Gisteren liet de Britse zakenman Richard Branson in het Britse televisieprogramma ITV weten dat zijn bedrijvengroep Virgin vanwege de brexit een deal heeft moeten uitstellen. Die deal zou goed zijn geweest voor 3000 banen.