Snoeihard rapport over derivatenaanpak AFM
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft veel fouten gemaakt bij de aanpak van het zogeheten rentederivatendossier. De complexiteit van het project werd onderschat, de communicatie tussen de toezichthouder en de banken was slecht en er werden te veel onervaren mensen ingezet.
Dat concludeert onderzoeksbureau Alvarez & Marsal, dat in opdracht van de toezichthouder onderzoek deed naar de vraag waarom de AFM plotseling van standpunt wisselde over de herbeoordeling van rentederivaten door banken.
Het dossier was grotendeels in handen van junior medewerkers van de AFM. De betrokken werknemers waren vooral geselecteerd op beschikbaarheid en niet op geschiktheid. Ze bleken niet opgewassen tegen de ervaren juristen en experts van de banken.
Ook werd de communicatie niet systematisch vastgelegd, waardoor het onduidelijk was welke afspraken er met de verschillende banken waren gemaakt.
Dat had niet mogen gebeuren, stelt het onderzoeksbureau. Bijna alles wat mis kon gaan ging mis bij het rentederivatenproject. Paul Rosenmöller, voorzitter van de raad van toezicht van de AFM, erkent die conclusie en spreekt over "Murphy's law".
Grote verliezen
Rentederivaten zijn complexe financiële producten die in de jaren 2005 tot 2008 vooral door mkb-bedrijven werden afgesloten. Ze moesten bedrijven beschermen tegen een stijgende rente op hun leningen. Maar bedrijven die tussentijds hun lening wilden beëindigen, leden grote verliezen omdat de rente sindsdien juist daalde. Banken hadden de risico's niet goed weergegeven.
In opdracht van de AFM moesten de zes banken die rentederivaten uitgaven alle klantdossiers opnieuw beoordelen. Voor gedupeerde bedrijven moesten ze een passende oplossing zoeken.
Lange tijd steunde de AFM de aanpak van banken om hun zakelijke klanten te compenseren. In december vorig jaar veranderde de toezichthouder opeens van mening. De banken zijn daar boos over en hun klanten moeten nu langer wachten op een oplossing.
Leerpunten
Net als Rosenmöller betreurt ook AFM-bestuursvoorzitter Merel van Vroonhoven de gang van zaken. Ze zegt verder te willen gaan met het versterken en vernieuwen van het toezicht. "Een aantal oorzaken heeft in samenspel geleid tot problemen. Wij vinden dat elk van deze oorzaken het waard is om aan te pakken."
Minister Dijsselbloem zegt in een reactie op het rapport dat hij tevreden is over de maatregelen die de toezichthouder inmiddels heeft genomen. "De AFM neemt de uitkomsten van het onderzoek serieus en handelt voortvarend in het oppakken van de leerpunten", schrijft hij in een Kamerbrief.