Jongeren leren gemiddeld langer door
NOS Nieuws

Inkomensongelijkheid stabiel, behalve onder jongeren

Tussen 2011 en 2014 is de inkomensongelijkheid in Nederland nauwelijks toegenomen. Wel groeiden de vermogensverschillen.

Jongeren zijn de enige groep waarbinnen inkomensverschillen aanzienlijk toenamen, blijkt uit cijfers van het CBS. Door de economische crisis verslechterden in die jaren de kansen op de arbeidsmarkt. Veel jongeren besloten daarom om langer door te leren, waardoor er meer lage inkomens en minder hoge inkomens kwamen.

Inkomensongelijkheid van huishoudens. De waarde 0 is het meest gelijk, 1 het meest ongelijk.

Verschil in vermogen nam wél toe

De vermogensongelijkheid nam de afgelopen jaren toe. Begin 2014 was 86 procent van het vermogen in handen van de 20 procent rijkste huishoudens. Begin 2011 was dit nog 80 procent, in 2006 77 procent.

De ongelijkheid in vermogen nam vooral toe door de daling van de huizenprijzen. Mensen van wie het vermogen vooral bestaat uit een eigen woning werden zwaarder getroffen dan mensen die bijvoorbeeld ook nog spaargeld, aandelen en obligaties hadden. Die toename van de ongelijkheid stopte in de loop van 2014 door het aantrekken van de huizenprijzen.

Lage inkomens veel kwijt aan btw

Het CBS berekende ook welke percentage van hun inkomens huishoudens aan belastingen betalen. De hoogste inkomens waren in 2013 55 procent van hun inkomen kwijt aan belastingen, premies en heffingen. Voor de laagste inkomens was dit ruim 40 procent.

Mensen met hoge inkomens betalen relatief veel inkomstenbelasting. Huishoudens met lagere inkomens zijn relatief veel kwijt aan indirecte belastingen, zoals btw en accijnzen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl