Hard oordeel over jeugdzorg

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft zware kritiek op de jeugdzorg in ons land. De raad concludeert dat de jeugdzorg professioneel gezien nog in de kinderschoenen staat.

Volgens de raad zijn de hulpverleners onvoldoende professioneel, grijpen ze te laat in en krijgen ze te weinig informatie van andere hulpverleners zoals artsen. De verbeteringen die door de overheid zijn ingezet om het functioneren te verbeteren, zijn bovendien onvoldoende.

De raad komt tot deze conclusies na een vier jaar durend onderzoek naar kindermishandelingen met dodelijke afloop.

27 zaken

Het onderzoek werd gestart naar aanleiding van een serie incidenten, zoals de dood van Rowena Rikkers in 2001, bekend als 'het meisje van Nulde', en het overlijden de kleuter Savannah, die langdurig door haar ouders werd mishandeld (2004).

Het onderzoeksteam hield 27 zaken van mishandeling met fatale en bijna dodelijke afloop tegen het licht en analyseerde waarom het misging.

Ingrijpen

Eén van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek is dat jeugdzorg kinderen vaak niet durft weg te halen bij de ouders. "Ze laten te lang het belang van de ouders prevaleren boven dat van de kinderen", staat in het rapport.

Hulpverleners in de jeugdzorg zouden geen duidelijke normen hebben om aan te toetsen wanneer een situatie onveilig is. Ze weten daardoor vaak niet wanneer ze moet ingrijpen.

Ook krijgen ze volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid te weinig informatie van andere hulpverleners die al eerder met het gezin in aanraking zijn geweest. Daarnaast maken de medewerkers van jeugdzorg onvoldoende gebruik van de mogelijkheid kinderen medisch forensisch te laten onderzoeken.

Openbaar

In het onderzoek staat verder dat het toezicht op het functioneren van jeugdzorg te beperkt is. Er is alleen sprake van intern, collegiaal toezicht.

De raad vindt dat er na elk overlijden van een kind een openbaar onderzoek moet komen. Bij de 27 onderzochte zaken gebeurde dit slechts 5 keer.