Riskante evacuatie Zuidpool in pikkedonker bij min 62 graden

Twee wetenschappers die op een van de meest afgelegen en onherbergzame plekken ernstig ziek werden, zijn in veiligheid na een uiterst gevaarlijke reddingsmissie. Het tweetal verbleef midden op de Zuidpool en werd door een klein vliegtuig opgehaald en naar de rand van het continent vervoerd.

Tijdens de wintermaanden is het eigenlijk onverantwoord om te vliegen boven Antarctica. De laatste vlucht vond plaats in februari en de eerstvolgende was pas gepland voor november. De temperatuur schommelt in deze tijd van het jaar rond de min 62 graden Celsius. De gevoelstemperatuur is zelfs 76 graden onder nul. Bovendien is het er 24 uur per dag donker.

Het tweetal werkte in het Admunsen-Scott researchstation, waar in totaal 48 wetenschappers en personeel maandenlang op zichzelf en elkaar zijn aangewezen. Aanvankelijk was nog sprake van één ernstig zieke, maar afgelopen nacht werd besloten dat ook een tweede persoon gerepatrieerd moest worden. De National Science Foundation wil niet zeggen wie zij zijn en wat hen mankeert.

Speciaal voor deze reddingsactie werden twee Twin Otter-toestellen uit Canada overgevlogen. Een van de twee bleef als reservetoestel achter bij het Britse Rothera Station, een basis op de rand van de Zuidpool. De andere vloog afgelopen etmaal van daaruit op en neer naar het researchstation, een retourvlucht van 4800 kilometer.

Woensdagavond Nederlandse tijd landde het vliegtuigje met de twee patiënten veilig bij het Britse poolstation. Vandaar zullen zij worden vervoerd naar een ziekenhuis in Chili. In de zestig jaar dat het Admunsen-Scott researchstation wordt gebruikt, is slechts tweemaal eerder een winterse reddingsvlucht uitgevoerd: in 2001 en 2003.