Asscher maakte uitzondering voor elf AOW'ers in bezet gebied
Minister Asscher zegt dat hij voor elf ouderen in door Israël bezette gebieden een uitzondering heeft gemaakt. Zij hadden eigenlijk gekort moeten worden op hun AOW, maar dat is niet gebeurd.
Zeven van de elf zijn overlevende van de Holocaust. Asscher vond het "gezien de geschiedenis met Nederland" niet rechtvaardig om hen te confronteren met een forse inkomensdaling.
Asscher zei dat hij in 2014 van de Sociale Verzekeringsbank hoorde dat er fouten waren gemaakt in de uitvoering van de AOW en de Wet BEU. De elf mensen kregen daardoor ten onrechte meer AOW dan waar zij recht op hadden. Hij besloot speciaal voor deze groep een overgangsregeling in te stellen.
De nieuwe regeling geldt niet voor 'nieuwe gevallen', oftewel AOW'ers die na 1 januari van dit jaar naar bezet gebied zijn verhuisd.
Westelijke Sahara
NRC Handelsblad publiceerde zaterdag een uitgebreid artikel over de AOW'ers in de door Israël bezette gebieden. Daaruit kwam naar voren dat bewindslieden van Sociale Zaken al sinds 2006 met de groep worstelen. De één na de ander zou hebben geprobeerd om de kwestie buiten de publiciteit om te regelen.
Asscher werd naar aanleiding van dit artikel in het Vragenuur aan de tand gevoeld door Kamerlid Öztürk, die zich afvroeg of dit eerlijk was ten opzichte van AOW'ers in de door Marokko bezette Westelijke Sahara.
Asscher zei dat hem geen vergelijkbare gevallen in andere bezette gebieden bekend zijn. "In Marokko zijn er twee AOW'ers die oorlogsgetroffenen zijn, maar die wonen niet in Westelijke Sahara. Er wonen zeven AOW'ers in Westelijke Sahara, maar die zijn niet gekort omdat ze oude rechten hadden of gehuwd zijn."