Patentbureau Peking verbiedt verkoop iPhone 6
Apple krijgt het steeds lastiger in China. De smartphonemaker moet van het patentbureau in Peking stoppen met de verkoop van de iPhone 6 en 6 Plus in de Chinese hoofdstad. De telefoons zouden te veel lijken op de '100C' van het Chinese Baili.
"De telefoons lijken zodanig op elkaar dat de consument het verschil niet ziet", schrijft het patentbureau volgens zakenblad Forbes. Het besluit is al van 10 mei, maar is nu pas bekend geworden. Het oordeel is nog niet definitief, Apple gaat er tegen in beroep. De verkoop zou in de tussentijd door mogen gaan.
Welke impact een definitief verbod zou hebben, is niet duidelijk. De iPhone 6 en 6 Plus dateren uit 2014. Volgens The Wall Street Journal stopt Apple binnenkort met de productie van deze telefoons en zullen ze worden verdrongen door de iPhone 6s en 6s Plus.
Maar of dat in China helpt is niet zeker. Als Apple de zaak definitief verliest is het niet ondenkbaar dat Baili ook gaat proberen om de 6s en 6s Plus van de markt te laten halen. Daarnaast kan de uitspraak precedentwerking hebben voor andere delen van China.
Charme-offensief
China is voor Apple een belangrijke afzetmarkt. De afgelopen jaren kwam daar de meeste groei vandaan. Die groei neemt sinds eind vorig jaar af. Ook zit de Chinese overheid meer achter Apple aan. Zo zijn twee online winkels van Apple, iTunes Movies en de iBooks Store, in China niet meer beschikbaar omdat er volgens de overheid licenties ontbreken.
Apple investeerde onlangs 1 miljard dollar in de Chinese taxi-dienst Didi Chuxing. Apple zegt dat dat bedoeld is om die markt beter te leren kennen, maar analisten zien er ook een charme-offensief richting de Chinese overheid in. Die lijkt tot nu toe niet toe te happen.