'Niet alles gaat goed, maar leenstelsel niet afschaffen'
Studenten en oppositiepartijen mogen er forse kritiek op hebben, de Tweede Kamer is vooralsnog niet van plan het leenstelsel voor studenten terug te draaien. Dat bleek bij een debat in de Tweede Kamer over het stelsel. Problemen en zaken die niet goed lopen moeten worden aangepast, vindt een meerderheid, maar afschaffen van het stelsel zou "zonde" zijn. Minister Bussemaker van Onderwijs erkent dat er dingen beter kunnen maar vindt dit stelsel nog altijd "het beste voor de toekomst van het Nederlandse onderwijs".
Eerder op de dag protesteerden studenten bij de ingang van de Tweede Kamer. Zij plaatsen juist grote vraagtekens bij het stelsel. Hogescholen en universiteiten kregen dit jaar 7 procent minder aanmeldingen, volgens de studentenorganisaties zijn vooral kwetsbare jongeren minder gaan studeren.
Minister Bussemaker erkende eerder al dat de instroom in het hbo dit studiejaar is gedaald, maar volgens haar is dat niet veroorzaakt doordat studenten meer moeten lenen. Wel denkt ze dat er nog veel onwetendheid is over het stelsel en gaat ze de voorlichting over doorstromen van mbo naar hbo verbeteren.
Het leenstelsel werd in augustus 2015 ingevoerd, nadat PvdA en VVD daarover eerder een akkoord met GroenLinks en D66 hadden bereikt.
Felle taal
Het debat vanmiddag had af en toe wat weg van een verkiezingsdebat, met veel felle taal.
De SP, van begin af aan tegenstander, vindt dat met het stelsel de ongelijkheid in het onderwijs en de maatschappij alleen maar is toegenomen. Kamerlid Van Dijk wees op het dalend aantal studenten en noemde het beleid van Bussemaker mislukt. "U heeft gefaald als minister, Joop den Uyl zou zich in zijn graf omdraaien."
De SP vroeg de PvdA of men bereid is "de fout van het stelsel in te zien en het schuldenbeleid bij de komende verkiezingen terug te draaien".
D66, voorstander van het stelsel, en de SP debatteerden over de toegankelijkheid van het stelsel. D66 wilde van de SP weten of er door het leenstelsel nu iemand is die niet kan gaan studeren. "Dat is namelijk niet zo", aldus Kamerlid Van Meenen. "Iedereen kan inderdaad gaan studeren", reageerde Van Dijk", "mits je bereid bent je torenhoog in de schulden te storten".
Het CDA maakt zich zorgen over de "verwoestende effecten" van het leenstelsel. Kamerlid Rog: "Vroeger had je Leen van Frisia, nu heb je Leen van Jet. Er gaan aantoonbaar duizenden mensen niet meer studeren, dat is het failliet van het stelsel."
Andere partijen wilden daarop van het CDA weten of de afschaffing van het stelsel in het nieuwe verkiezingsprogramma van het CDA komt. "Daarvoor pleiten heeft nu geen enkele zin, daar is in de Kamer geen meerderheid voor", reageerde Rog. Maar hij voegde er wel aan toe "alle ruimte open te willen houden om in het CDA-verkiezingsprogramma tot alternatieven te komen".
'Enkel spotje volstaat niet'
De voorstanders van het stelsel zijn dus niet van plan het stelsel terug te draaien, maar willen wel dat de informatie voor studenten verbetert. De VVD benadrukte dat dat niet erg best was de afgelopen tijd. "Dat moet echt beter, dan volstaat een enkel spotje niet", aldus Kamerlid Duisenberg.
De VVD zei zich verder te ergeren aan de paniek die er over het leenstelsel gemaakt wordt. Volgens Duisenberg zijn de meeste effecten niet onverwacht. "We wisten dat er effecten zouden zijn. Wie zich nu met paniek zaaien onder studenten en ouders bezig houdt, is niet bezig met de belangen van studenten, meer met de peilingen van Maurice de Hond".
Minister Bussemaker deed naast een toezegging over betere informatievoorziening ook een enigszins emotionele oproep aan alle partijen. "Spookverhalen werken niet. Het Nederlands stelsel is echt toegankelijk. Wat je ook van het studievoorschot vindt, het stelsel is een feit en wordt niet meer teruggedraaid. Van welke partij je ook bent, laten we vooral goed en feitelijk communiceren. Dat is ons aller gezamenlijke verantwoordelijkheid."
SP-Kamerlid Van Dijk zei dat zo net nog niet te weten. "Flauwekul om te zeggen dat het stelsel niet wordt teruggedraaid. Dat is straks aan de kiezer, er zijn immers volgend jaar verkiezingen".