'Legalisering wietteelt kan, ondanks VN-drugsverdragen'

Internationale drugsverdragen hoeven legalisering van wietteelt en wiethandel niet in de weg te staan. Regulering van wietteelt kan zelfs een plicht zijn als illegale teelt gepaard gaat met misdaad en ongelukken door onveilig werken. Dat concluderen juristen van de Radboud Universiteit in Nijmegen in een onderzoek in opdracht van 29 gemeenten.

Het beschermen van mensenrechten als recht op leven en recht op gezondheid is dan belangrijker dan het het naleven van VN-drugsverdragen, redeneren de juristen.

Als de overheid wietteelt reguleert, moet ze er wel voor zorgen dat het buitenland er geen last van heeft, zeggen de onderzoekers. Dat betekent dat teelt, handel en gebruik onder streng toezicht moeten staan, zodat de geteelde wiet in Nederland blijft. Ook moet de overheid een actief ontmoedigingsbeleid voeren.

Precedentwerking

In de Volkskrant zet hoogleraar Internationaal Strafrecht en advocaat Geert-Jan Knoops vraagtekens bij het onderzoek. Hij betwijfelt of de redenering van de onderzoekers juist is en hij ziet nog een ander probleem. "De politiek zal waarschuwen voor een precedentwerking. De redenering luidt: door de negatieve gevolgen van een verbod moet een verbod worden opgeheven. Dat zou betekenen dat dit straks ook kan gelden voor andere zaken die nu illegaal zijn."

Een van de gemeenten die opdracht gaven voor het onderzoek is Utrecht. Wethouder Everhardt zal namens de gemeenten het kabinet vragen om experimenten met regulering van wietteelt toe te staan.