Partijen geboortezorg nog niet nader tot elkaar
Er komt een bijgewerkte agenda om de geboortezorg in Nederland verder te verbeteren. Dat is een van de uitkomsten van het overleg dat minister Schippers heeft gevoerd met de verschillende betrokken partijen.
Het rommelt al geruime tijd in de geboortezorg. De betrokkenen, onder wie gynaecologen en verloskundigen, worden het niet eens over de manier waarop geboortezorg georganiseerd zou moeten worden.
Nieuwe richtlijn
De minister wil dat de verschillende partijen beter gaan samenwerken, om het risico op babysterfte zo laag mogelijk te krijgen. Daarom wordt sinds twee jaar gewerkt aan een nieuwe regeling, de zogenoemde Zorgstandaard Integrale Geboortezorg, onder leiding van het College voor Perinatale Zorg (CPZ).
Maar de beroepsvereniging van verloskundigen (KNOV) zegde vorige maand het vertrouwen in het CPZ op, nadat de voorzitter zich in de media kritisch had uitgelaten over de houding van de KNOV.
Herziening
De verloskundigen zijn het niet eens met het concept van de nieuwe regeling omdat ze bang zijn dat die leidt tot onnodige medicalisering van zwangerschap en hogere zorgkosten.
Zorginstituut Nederland (ZIN) komt 1 juni met een herziene versie waar de betrokken partijen op kunnen reageren. 1 juli wil het ZIN de standaard vaststellen.
Vervolgoverleg
Vandaag is er op initiatief van de minister gepraat over verbetering van de onderlinge samenwerking tussen de beroepsverenigingen die betrokken zijn bij de geboortezorg. Naast de KNOV en de NVOG waren ook de koepels van kinderartsen, ziekenhuizen, verzekeraars, patiënten en kraamverzorgenden aanwezig.
Volgens minister Schippers zijn de partijen het er over eens dat er afgelopen jaren veel verbeteringen zijn bereikt en dat er nog verdere verbetering mogelijk is. Er komt vervolgoverleg om het vertrouwen tussen de verschillende partijen te herstellen.