Minister Van der Steur erkent: ambtelijke top faalde
NOS Nieuws

Hoe de speurtocht naar een doofpot wel grote chaos aan het licht bracht

De commissie-Oosting heeft voor de tweede keer in korte tijd rapport uitgebracht over de zogenoemde Teevendeal. Aanleiding was een interne mailwisseling tussen medewerkers van Veiligheid en Justitie die pas na het eerste onderzoek opdook en leek te wijzen op een doofpot.

Alweer een onderzoek naar de Teevendeal?

De commissie-Oosting deed vorig jaar onderzoek naar een deal tussen voormalig officier van justitie Teeven met crimineel Cees H. en bracht in december rapport uit. Maar daarmee was de kous niet af. In januari kreeg het tv-programma Nieuwsuur een interne mailwisseling van Veiligheid en Justitie in handen. Daarin leek het of medewerkers van de ict-afdeling advies of opdracht kregen om hun zoektocht naar het 'bonnetje' van de deal te staken.

Dat riep de vraag op waarom de commissie-Oosting niet op de hoogte was van die mailwisseling. Was er inderdaad opdracht gegeven om te stoppen met zoeken, maar was dat stiekem onder het tapijt geveegd?

Commissievoorzitter Marten Oosting schreef in een reactie aan Nieuwsuur dat de nieuwe onthulling in elk geval de schijn van een doofpot had en dat er nader onderzoek nodig was. "Mij dunkt dat kan worden gesproken van een doofpot in de situatie waarin kennis/informatie beschikbaar is die door een welbewuste beslissing van degene die beschikt over deze informatie, wordt onthouden aan anderen die geen (directe) toegang hebben tot de informatie, terwijl er voldoende reden is om aan te nemen dat de bewuste informatie op enigerlei wijze voor die anderen van belang is (te achten)."

En? Was er sprake van een doofpot?

Nee, concludeert de commissie-Oosting. Ze voegt daar fijntjes aan toe dat je voor het creëren van een doofpot het organisatorische vermogen moet hebben om zaken effectief toe te dekken. En dat vermogen was er niet bij de ambtelijke top van het ministerie. Sterker nog: daar heerste volgens Oosting chaos en "een evident gebrek aan regie in deze politiek zeer gevoelige zaak".

De commissie-Oosting zegt dat er na de mededeling van ict'ers dat zij het bonnetje misschien tevoorschijn konden toveren, geen opdracht is gegeven om de zoektocht te staken. Maar er is ook geen opdracht gegeven om aan de slag te gaan. Door de 'ieder voor zich-cultuur' op het ministerie werd er feitelijk helemaal niets gedaan en viel de mededeling van de ict-medewerkers tussen wal en schip. Oosting vroeg zich bij de presentatie van zijn tweede rapport hardop af of de chaotische situatie op het ministerie per saldo niet erger was dan een doofpot.

Hoe zijn de reacties op het rapport?

Minister Van der Steur heeft erkend dat de ambtelijke top van Veiligheid en Justitie slecht heeft gefunctioneerd. Hij zegt dat het bonnetje van de Teevendeal al in 2014 gevonden had kunnen worden, in plaats van in maart 2015. Hij belooft nogmaals dat hij er alles aan gaat doen om zijn ministerie te verbeteren. Naar aanleiding van het eerste rapport van de commissie-Oosting had hij al een "verbeterprogramma" ingezet, waarover hij jaarlijks verslag zal uitbrengen aan de Tweede Kamer.

Een groot deel van de oppositie herhaalt naar aanleiding van het nieuwe rapport dat het ministerie van Veiligheid en Justitie te groot is en moet worden gesplitst. Door het eerste kabinet-Rutte is besloten om veiligheid (politie) weg te halen bij Binnenlandse Zaken en toe te voegen aan Justitie. Daardoor is volgens Kamerleden een onbeheersbaar monsterministerie ontstaan. Zij willen terug naar de oude situatie.

Worden de 'boosdoeners' met naam genoemd?

Ja. Een aantal topambtenaren krijgt er in het rapport hard van langs. Voormalig secretaris-generaal Cloo bijvoorbeeld. Hij had gezien zijn positie als hoogste ambtenaar op het ministerie moeten zorgen dat informatie over de Teevendeal op het juiste moment bij de juiste mensen terechtkwam. Maar hij heeft gefaald. Volgens de onderzoekers komt het erop neer dat hij van het begin af aan buitenspel stond.

Ook voormalig topambtenaar Roes krijgt de wind van voren. Hij was verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan de Tweede Kamer en had moeten voorkomen dat minister Opstelten op 3 juni 2014 in een brief schreef dat er geen back-ups meer waren van een administratiesysteem uit 2001, terwijl er toen al aanwijzingen waren dat dit niet klopte. Hij had het initiatief moeten nemen om uit te zoeken hoe het zat.

Ook minister Van der Steur en staatssecretaris Dijkhoff worden door Oosting op de vingers getikt. Beiden zeiden naar aanleiding van het eerste rapport dat het bonnetje eerder boven tafel was gekomen als er betere ict-medewerkers waren geweest. Dat doet de ict'ers geen recht, zeggen de onderzoekers. Want deze mensen hebben nu juist steeds verantwoordelijk en adequaat gehandeld.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl