'Als ik een autochtoon was geweest, was ik niet geslagen'

Discriminatie van moslims komt in en rond Rotterdam meer voor dan uit de officiële cijfers blijkt, concludeert de koepel van islamitische organisaties in de regio na eigen onderzoek. De 51-jarige Ayse Karadas is moslima en woont in Rotterdam. Ruim 40 jaar geleden kwam ze naar Nederland. De laatste tijd voelt ze zich geregeld gediscrimineerd. "Het is erger geworden."

Ze vertelt over een voorval in de Rotterdamse tram eind vorige maand. Karadas kreeg onderweg ruzie met een groep mannen die op weg was naar een wedstrijd van Feyenoord, omdat een van hen bier over haar heen zou hebben gemorst. "Ik kan niet tegen de geur, zei ik. Ik wil niet naar bier ruiken."

Naar eigen zeggen begon een vrouw zich ermee te bemoeien. "O, ze wil niet dat ze naar bier ruikt als ze naar haar mannetje gaat, zei ze tegen me. Ik reageerde daarop met: heb respect voor mij, want ik heb ook respect voor jou. Toen zei iemand: hou je bek."

Het ging volgens Karadas van kwaad naar erger. De vrouw viel haar aan en Karadas zegt dat ze zichzelf heeft verdedigd door een klap uit te delen. "Ineens zag ik een vuist op me afkomen. Ik werd geslagen door een andere man in de tram en ze probeerden mijn hoofddoek omlaag te trekken." Haar dochter, die ertussen probeerde te komen, werd ook geslagen, vertelt ze.

Ook aan haar hoofddoek zou zijn getrokken. "Ze zeiden tegen haar: nu is je haar te zien, en wat nu? Ook mijn hoofddoek lag op de grond en daar gingen ze op staan." Een man die ook in de tram zat probeerde ertussen te springen. "Maar wat kan je doen in je eentje?"

Aan het voorval hield Karadas onder meer een wond aan haar wenkbrauw over die in het ziekenhuis moest worden behandeld. Ze denkt dat er niet gevochten zou zijn als het niet haar, maar een autochtone vrouw was overkomen.

Op de vraag waarom er tegen haar wel agressief werd gedaan, antwoordt Karadas: "Ik ben niet belangrijk, omdat ik moslim en een buitenlander ben."

De politie onderzoekt het voorval in de tram. Een vrouw die betrokken was bij het incident meldde zich al vrij snel, maar haar verhaal komt op een groot aantal punten niet overeen met dat van Karadas. De politie zoekt nog naar ooggetuigen.

Karadas zegt dat ze zich de laatste tijd vaker gediscrimineerd voelt. "Dat gebeurt heel vaak. Zo word ik op straat geregeld uitgescholden: kankerturk, ga terug naar je eigen land. Of mensen lopen tegen me op en zeggen daarna: sorry, sorry, ik heb je niet gezien. Dat is de laatste tijd erger geworden."