'Ik was die injecties helemaal zat'
Hanneke de Graaf lijdt sinds het jaar 2000 aan reumatoïde artritis. Sinds die tijd slikt ze dagelijks drie pillen en moet ze zichzelf elke week injecteren met methotrexaat en eens per maand met een ander middel. Dat heeft ze jaren volgehouden.
"Van die wekelijkse injectie werd ik misselijk en alles stonk elke keer als ik mezelf die had toegediend", vertelt ze. De Graaf is van oorsprong verpleegkundige, maar na een studie Beleid & management gezondheidszorg is ze nu hoofdonderzoeker bemoeizorg aan het Erasmus MC in Rotterdam.
"Een jaar of vier geleden had ik zo'n weerzin tegen altijd weer dat prikken ontwikkeld, dat ik me er niet meer toe kon zetten. Ik ben er gewoon mee gestopt."
De Graaf durfde dat niet tegen haar reumatoloog te zeggen. "Al mijn gewrichten waren weer ontstoken, maar ik durfde niet terug te gaan, hoewel ik mijn arts goed ken. Die werkt ook in het Erasmus MC." Haar arts zag wel dat er iets aan de hand was toen ze na enige maanden voor een controle-afspraak kwam.
"Ze reageerde gelukkig heel empathisch. Vroeg me hoe we dit probleem konden oplossen en waarom ik opeens zo'n weerzin had tegen die injecties. Maar op geen van beide vragen had ik een antwoord."
Routine
Als oplossing besloot haar arts de injecties in het vervolg te laten geven door een verpleegkundige die daarvoor bij De Graaf aan huis kwam.
"Dat kon toen nog. Maar na een tijdje vond ik dat eigenlijk ook stom. Ik wilde niet meer elke keer iemand over de vloer. Toen ben ik zelf weer gaan prikken. Nu hoort het weer bij mijn routine. Net als het slikken van mijn pillen. 's Morgens en 's avonds, bij het tandenpoetsen. En ik gebruik het pillendoosje dat mijn vader vroeger ook gebruikte."