Eric Arnold zag gevaar als de smaakmaker van het bergbeklimmen
Gestorven in het harnas: bergbeklimmer Eric Arnold. De 35-jarige Nederlander bereikte gisteren de top van de Mount Everest, op de grens van Nepal en Tibet. Een gebrek aan zuurstof en een temperatuur van -30 graden werden hem uiteindelijk fataal.
Eric Arnold was geen onbekende onder de bergbeklimmers. Al vier keer eerder probeerde hij de top van de Mount Everest te bereiken. De poging van april vorig jaar overleefde Arnold ternauwernood: door de aardbeving in Nepal raasde een enorme lawine over het kamp waar de bergbeklimmer met zijn tochtgenoten verbleef.
De alpinist beklom tientallen bergen van boven de 4000 meter. Hij verscheen in verschillende tv-programma’s, zoals Pauw & Witteman en RTL Late Night.
'Een soort levensdrift'
Eric Arnold was zich bewust van de gevaren die de klim naar de top van Mount Everest met zich meebracht. "Dat is geen doodsverlangen, maar wel een soort levensdrift", zei hij eind februari in het radioprogramma De Nieuws BV op NPO Radio 1. "Voor mij ligt dat in de bergen. En blijkbaar iets dichter naar de rand van het leven toe, wordt voor mij het leven ook steeds mooier.”
De alpinist noemde het gevaar bij het bergbeklimmen "het peper en zout wat het op smaak brengt”. "Gevaren zoek je op door de Mount Everest te beklimmen, dat kan ik niet ontkennen.”
Droom in duigen
Tegen RTV Rijnmond zei hij eerder dit jaar dat de beklimming van de Mount Everest "het laatste hoofdstuk was dat hij nu eens een keertje wilde afmaken".
Deze vijfde expeditie naar de top van de hoogste berg ter wereld mocht voor Eric Arnold niet mislukken. Vier jaar geleden moest hij 250 meter voor het einde omkeren, vanwege bevroren vingers en ogen.
Een jaar later viel zijn droom vlak voor vertrek opnieuw in duigen: een vallende schaats sneed zijn achillespees door. In 2014 en 2015 werden de expedities afgebroken door grote lawines.
Arnold werkte als beleidsmedewerker sport voor de gemeente Rotterdam.