Kruijswijk moest 'even bijten en gewoon in het wiel hangen'

Al vanaf de start in Gelderland lijkt Steven Kruijswijk elke etappe in de Ronde van Italië bijna fluitend van start naar finish te rijden. Ook in de dertiende rit had de kopman van Lotto-Jumbo ogenschijnlijk weinig moeite om favorieten Vincenzo Nibali en Alejandro Valverde bij te houden op de vier beklimmingen. Maar schijn bedriegt soms, ook bij Steven Kruijswijk.

"Makkelijk ging het niet, hoor", zegt de huidige nummer vijf van het klassement in de Giro d'Italia na de eerste zware dag in het Italiaanse hooggebergte.

Niet aanvallen maar volgen

"Ik zat wel aan mijn limiet, maar ik denk dat dat voor velen van ons gold vandaag. Op de laatste klim weet je dat er aanvallen gaan komen. Ik heb me beperkt tot het volgen van die aanvallen omdat ik me niet sterk genoeg voelde om zelf aanvallen te plaatsen", aldus de 28-jarige troef van Lotto-Jumbo, die soms even op zijn tanden moest bijten.

"Die prikken van Nibali en Valverde moet je gewoon opvangen: even doorbijten en gewoon in het wiel hangen. Want als je ze loslaat en je komt alleen te rijden, dan ben je ook gezien."

Uiteindelijk zakte Kruijswijk wel een plaats in de rangschikking omdat Nibali op de finish vier bonificatieseconden pakte. Toch deed hij wel goede zaken in het klassement, waarin de verschillen klein zijn. Kruijswijk zag zijn achterstand op het roze van Amador teruglopen van 1.07 naar 0.43. Valverde heeft evenveel achterstand op de leiderstrui, Nibali staat op 0.41.

Uitgemergelde renners

Zaterdag lijkt het reliëf van de etappe met zes beklimmingen op een broodmes. Kruijswijk bereidt zich voor op een hele lange slopende dag. "Je komt ook nog eens boven de tweeduizend meter (de Passo Pordoi is het hoogste punt op 2239 meter, red.). Dat gaat ook effect hebben. De inspanning wordt dan wel zwaar. Aan de streep zul je allemaal uitgemergelde renners zien, maar ik hoop dat ik daar wel van voren zit."