Rechercheurs aan het werk in de Amsterdamse Rijnstraat
NOS Nieuws

Rapport kraakt functioneren recherche

Stroperige overlegstructuren, gebrek aan bijscholing, oncollegiaal en onprofessioneel gedrag en het vaak ontbreken van elementaire recherchevaardigheden. Dat zijn enkele bevindingen uit een zeer kritisch rapport over de recherche dat minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Volgens het rapport is er te weinig vakmanschap en strandt het aanspreken van mensen hierop "in een cultuur van vrijblijvendheid".

Eigen telefoon

Ook klagen de rechercheurs over inefficiënte uitrusting en wordt de organisatie onvoldoende wendbaar gevonden, schrijft Van der Steur. Een treffend voorbeeld daarvan uit het rapport: "Veel met name jonge collega's gebruiken uitsluitend hun privé-iPhone voor het werk, omdat ze met de sterk verouderde diensttelefoon niet effectief kunnen werken".

De onderzoekers spraken met 150 politiemensen, wetenschappers en journalisten. Daarnaast hebben ze tientallen actuele rapporten bestudeerd.

Er is al veel langer kritiek op het functioneren van de recherche. Na grote missers uit het verleden als de IRT-affaire en de Schiedammer Parkmoord zijn grote veranderingsprocessen in gang gezet, maar de onderzoekers concluderen dat er nog altijd substantiële tekortkomingen zijn in de opsporing.

De kwaliteit van de rechercheurs loopt sterk uiteen. Een deel is niet goed genoeg opgeleid, terwijl de methoden die criminelen gebruiken steeds geraffineerder worden. Daarnaast hebben veel van de gewenste controlemechanismes de werkvloer niet bereikt, blijkt uit het rapport. De onderzoekers pleiten voor de oprichting van een eigen beroepsorganisatie; een overkoepelend orgaan dat erop toeziet dat de rechercheurs voldoende gekwalificeerd en ervaren zijn.

Ook bewondering

Minister Van der Steur benadrukt dat uit het rapport ook valt op te maken dat de politie op de goede weg is. Dat zou onder meer blijken uit het vakmanschap bij de forensische opsporing.

In de analyse worden verschillende onderdelen van de Nederlandse opsporing geroemd. Zo geldt het Team Grootschalige Opsporing (TGO) volgens de onderzoekers internationaal als state of the art, is het Team High-Tech Crime een wereldspeler in de bestrijding van cybercrime en wordt met bewondering gekeken naar de manier waarop in Nederland wordt omgegaan met slachtoffers.

De onderzoekers pleiten verder voor een hernieuwde relatie met de politiek. Het "detaillisme" van Tweede Kamerleden, die voortdurend geïnformeerd willen worden over ontwikkelingen binnen de politieorganisatie, wordt als verstikkend gezien. "Een fors deel van de politie-organisatie is bezig met verantwoording naar boven. Er is een onevenredig grote aandacht voor output", zo valt te lezen in het rapport. "Er zal meer ruimte moeten komen voor de uitvoering van het politiewerk."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl