Moegestreden Franse agenten voelen zich doelwit
De Franse politie heeft het zwaar. Na het uitroepen van de noodtoestand op de avond van de aanslagen van 13 november is de werkdruk toegenomen: nachtelijke huiszoekingen, het beveiligen van kwetsbare plekken en ordebewaking bij grote manifestaties. Tel daarbij op de klimaattop die in december in Parijs werd gehouden en over minder dan een maand het EK voetbal.
"We hebben het over de noodtoestand, maar ook de Franse politie zit in een noodtoestand", zegt directrice Frédérique Yonnet van de politiekliniek Le Courbat.
In de jaren 50 kocht de Franse politie een chateau op het platteland van Frankrijk: Le Courbat bij Tours. Het slot is niet bedoeld als alternatief voor medische en psychiatrische verzorging, maar een opvangplek voor overspannen agenten om op adem te komen. Sinds de aanslagen in Parijs is de kliniek – met zeventig bedden beschikbaar – voortdurend volledig bezet geweest.
We spraken met drie agenten uit de kliniek:
"In 1986 zag ik voor het eerst de gevolgen van een aanslag in Parijs. De slachtoffers, de schok, de doden – het is moeilijk om met die beelden te leren leven. En nu voel ik gewoon dat ik even op adem moet komen na 34 jaar dienst.
Ik snap dat de noodtoestand belangrijk is, want alleen op die manier kunnen we voorkomen dat we nog eens getroffen worden door terreuraanslagen. Maar het is zeer zwaar. We zijn als politieagenten gemobiliseerd alsof het land in oorlog is. Met onmogelijke werktijden.
Ik denk voortdurend aan mijn kameraden die nog doorwerken. Het EK voetbal komt er ook nog aan. Het is gewoon te veel voor ons.
Onze gezinnen lijden er net zo goed onder. Zij hebben de angst dat ons iets overkomt. Maar goed, we hebben nou eenmaal voor dit beroep gekozen. Ik weet niet of ik nog terugkeer op straat. Misschien is het beter voor mij om, als ik hier klaar ben, een functie achter het bureau te krijgen."
"Het begon eind vorig jaar met rugklachten. Ik had gezinsproblemen, een belastingschuld en op den duur greep ik naar de fles. Toen besefte ik dat ik echt overwerkt was en dat ik er iets aan moest doen.
Het is goed om hier te zijn en te praten met artsen en collega's. Ik werk aan mijn fysieke conditie, want die had er erg onder geleden.
Er kwamen te veel nieuwe strafdossiers op mijn bureau. En mensen die je dagvaardt, komen niet opdraven. Daar moest ik dan altijd weer achteraan blijven zitten. Ik begon de dag om 6.30 uur en kwam nooit thuis voor 20.30 uur. Dan had ik geen puf meer. Ik ging slapen of zocht naar iets om me te ontspannen.
Door de noodtoestand zijn er alleen maar meer dingen op ons bordje gekomen en dan komt het EK voetbal er ook nog aan. Het is een optelsom aan het worden."
"We willen het eigenlijk niet toegeven en dat is het pijnlijke aan de situatie, want dat zou een echec zijn. Maar ik zie het aan mezelf: de politie is echt uitgeput. Ze vragen steeds meer en meer van ons en we hebben er simpelweg niet de middelen voor.
Met de noodtoestand is het eigenlijk van kwaad tot erger geworden. We hebben op papier nog wel evenveel vrije dagen, maar als je voortdurend moet afwachten of je toch niet wordt opgeroepen, dan rust je natuurlijk niet echt uit. En dan voel je je ook nog doelwit. Niet alleen bij aanslagen, maar ook als demonstraties uit de hand lopen."