Reddingscrèche wordt Nationaal Holocaust Museum
Het eerste Nederlandse museum dat zich specifiek richt op de Holocaust gaat morgen open. Het Nationaal Holocaust Museum komt in de gebouwen van de voormalige Hervormde Kweekschool in Amsterdam en de Hollandsche Schouwburg.
De twee gebouwen vertellen enkele van de vele verhalen van de Holocaust. In de Hollandsche Schouwburg werden tienduizenden Joden samengebracht om te worden gedeporteerd. De kweekschool werd door verschillende verzetsgroepen gebruikt om kinderen te redden.
In het pand naast de kweekschool werden jonge kinderen van opgepakte Joden ondergebracht. Medewerkers van de school wisten ruim 600 kinderen uit deze crèche te smokkelen en via de kweekschool in veiligheid te brengen. Het ene gebouw symboliseert de vernietiging, het andere de redding.
De benedenverdieping van de leegstaande school omgebouwd tot expositieruimte. Zodra voldoende geld is opgehaald, worden de rest van de kweekschool en de Hollandsche Schouwburg verbouwd tot een definitief museum.
'Het verhaal van de Holocaust'
Volgens directeur Emile Schrijver is het belangrijk dat er nu meer dan zeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog een museum komt dat het verhaal van de Holocaust vertelt.
"Wat we gaan doen is de Holocaust zelf tonen en ook laten zien dat het na de oorlog niet ophield. Het effect van de vernietiging op de naoorlogse generaties, de verwerking, de identiteit en het antisemitisme. Daarin wijkt dit museum af van andere Holocaustmusea in de wereld. Misschien heb je wel die afstand tot de oorlog nodig om dat verhaal te vertellen. De geschiedenis is goed gedocumenteerd, nu willen we het verbeelden. Daar is de tijd nu rijp voor."
Twee fases
In het begin zal het museum ruimte bieden aan de tentoonstelling 'De ondergang van Abraham Reiss', waarin kunstenaar Jeroen Krabbé het verhaal van zijn grootvader vertelt. Later komen er expositieruimtes in de voormalige Hollandsche Schouwburg bij.
De oprichting van het museum gebeurt in twee fases. Deze eerste fase wordt gebruikt om de identiteit van het museum te ontwikkelen en geld in te zamelen voor de tweede fase. Om beide locaties te verbouwen en tien jaar te kunnen exploiteren is 19 miljoen euro nodig.