Luc Nilis, van de Gouden Schoen naar het zwarte gat

Luc Nilis groeide in de jaren negentig uit tot clubicoon van PSV. De Belgische stilist vormde onder meer een koningskoppel met Ruud Nistelrooij, maar juist die twee konden het bloed wel drinken van toenmalig trainer Eric Gerets. Dat onthult Nilis in zijn autobiografie De Waarheid. "Als mens had ik geen hoge pet van hem op."

Vijftien jaar na het einde van zijn carrière achtte Nilis de tijd rijp voor een biografie, maar dan wel een boek waarin hij open en eerlijk alles zou vertellen. Dat deed hij woensdagavond ook bij Langs de Lijn En Omstreken op NPO Radio 1, waar hij samen met Thijs Slegers, de schrijver van het boek en perschef bij PSV, te gast was.

"Ik heb er vooraf ook met Toon Gerbrands (algemeen directeur bij PSV, red.) over gesproken. Toen heb ik gezegd: ik wil niet dat er achteraf nog dingen ingevuld moeten worden. Ik ga gewoon zeggen waar het op staat", zegt Nilis, die tegenwoordig spitsentrainer van het eerste elftal is.

Conflicten met Gerets

Nilis vertelt onder meer openlijk over de conflicten die hij had met trainer Gerets in het seizoen 1999/2000. Aanvoerder Nilis en de Belgische coach konden duidelijk niet door een deur. "Het was een hele goede trainer, maar als mens had ik geen hoge pet van hem op."

Ter illustratie van die moeizame band heeft Nilis meerdere anekdotes paraat. Een daarvan:

"Voor de uitwedstrijd tegen De Graafschap had Gerets tegen Van Nistelrooij gezegd dat veel spelers hem niet mochten. Daar was Ruud heel aangeslagen door. Na de wedstrijd wilde hij dat uitpraten in de kleedkamer. Ruud vertelde dat verhaal, waarna Gerets dat ontkende. Toen moesten ze hem met drie man tegenhouden, hij ging helemaal door het lint."

Thijs Slegers, schrijver van het boek en tegenwoordig perschef van PSV, noemt het een verbijsterend verhaal. "PSV had een hele goede ploeg. Dit gebeurde in week negen van het seizoen. Van Nistelrooij en Nilis konden het bloed van Gerets wel drinken, en dan toch kampioen worden..."

Clubicoon

In zes jaar tijd groeide Nilis uit tot een clubicoon van PSV: in 164 wedstrijden maakte hij 110 doelpunten en werd hij immens populair bij de supporters door zijn elegante speelstijl.

Zo won Nilis in 1995 de Nederlandse Gouden Schoen, in een jaar dat door Ajax werd gedomineerd met de eindzege in de Champions League. Het was een individuele prijs die hij nooit in België won.

Nilis vormde in Eindhoven ook een aanvalsduo met Ronaldo. De Braziliaan zou de Belg later betitelen als een van de beste voetballers waarmee hij tijdens zijn carrière heeft gespeeld.

Beenbreuk en pokeren

Na zijn succesvolle periode in Eindhoven verkaste Nilis naar Engeland, maar dat avontuur in de Premier League duurde niet lang. In zijn derde wedstrijd voor Aston Villa botste hij tegen de doelman van Ipswich Town op. De schade: een dubbele beenbreuk, die later het einde van zijn voetbalcarrière betekende.

Na dat gedwongen einde op het voetbalveld raakte Nilis verslaafd aan pokeren. "Ik heb geluk gehad dat er op tijd en lampje is gaan branden. Gelukkig heb ik toen een telefoontje gekregen van PSV. Daardoor ben ik stilletjes weer gaan doen wat ik het liefste doe: op het gras staan en het balletje voelen. Vanaf die dag is het steeds beter gegaan."

Aanvoerder met weinig woorden

Tegenwoordig staat Nilis bij PSV op het veld als spitsentrainer. Daar kwam hij ook weer in aanraking met Mark van Bommel, met wie hij een jaar samenspeelde in Eindhoven. Van Bommel heeft mooie woorden over voor de Belgische balvirtuoos:

"In dat jaar heb ik zo genoten van je. Ik heb met veel spelers gespeeld, bij Barcelona, Bayern München, PSV, in Milaan en het Nederlands elftal. Jij staat in de topdrie van beste spelers waar ik mee gespeeld heb."

"Ik ben na jou aanvoerder geworden. Van jou heb ik geleerd dat je ook een aanvoerder kunt zijn met weinig woorden. De manier waarop jij het invulde was fantastisch. In de toekomst weet ik zeker dat we nog een keer gaan samenwerken", besluit Van Bommel.