Heineken overweegt sponsoring van Formule 1
Heineken maakt zich op voor een grote Formule 1-deal. De biergigant heeft vergevorderde plannen om de koningsklasse van de autosport te sponsoren. In eerste instantie zou het gaan om reclame langs en op het circuit (trackside advertising), maar Heineken zou ook overwegen om geld te steken in een F1-team.
Het zou gaan om 150 tot 200 miljoen dollar (130-175 miljoen euro) over een periode van van vijf jaar. Dat melden autosport.com en bronnen aan de NOS. Heineken is gevraagd om een reactie op de berichten maar heeft nog niet gereageerd.
Bier en autorijden
Volgens Formule 1-commentator Louis Dekker denkt Heineken al tien jaar lang na over het sponsoren van Formule 1, maar waren er veel aarzelingen. Binnen het bierconcern bestonden lange tijd bedenkingen over de relatie bier en autosport.
"Drinken en rijden is een heel gevoelige combinatie, maar kennelijk gaat de kraan nu toch open", zegt Dekker. "Formule 1-baas Bernie Ecclestone plaveit de weg. Hij roept de fans al jaren op veilig naar huis te rijden. Dat doet hij met grote 'Bernie Says...Think before you drive'-vlaggen op de circuits."
In het verleden aarzelden veel multinationals over het in zee gaan met de Formule 1 vanwege het slechte imago van Ecclestone. De 'Formula 1-supremo' wordt al decennia in verband gebracht met corruptie en smeergeld, maar ontsnapte enkele keren aan een zware gevangenisstraf.
Avontuur
De plannen van Heineken doen denken aan het marketing-avontuur van ING in de Formule 1. De bank was enkele jaren hoofdsponsor van het Renault-team. Daarnaast was ING hoofdsponsor van het leeuwendeel van de grand prix-races. Aan de miljoenendeal kwam een einde als gevolg van de economische crisis.
ING kampte met een imagoprobleem door een discutabele overwinning van Renault-coureur Alonso. "In de Formule 1 heet die affaire crashgate", zegt commentator Louis Dekker. "Renault heeft in Singapore een overwinning gestolen en de kluit belazerd. Dat botst nogal met de betrouwbaarheid die ING als sponsor wilde uitstralen. De naamsbekendheid werd zoals beoogd vergroot, maar niet op een fijne manier."