Rutte brengt 'indrukwekkend' bezoek aan Libanon

"Het is erg indrukwekkend", zegt premier Rutte. Hij is samen met minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking in Libanon. Daar bezochten ze onder meer een vluchtelingenkamp waar een Nederlands voetbalproject loopt voor Libanese en vluchtelingenkinderen.

"Kinderen zijn, zeker als ze nog heel klein zijn, zich natuurlijk niet heel erg bewust van de situatie. Dus die zijn aan het spelen, die zijn vrolijk. Worden ze wat ouder, dan kunnen ze gelukkig hier naar school", zegt Rutte.

550.000 kinderen met een Syrische achtergrond kunnen in Libanon naar school, mede dankzij een bijdrage van Nederland. Volgens Rutte gaan er nu zo'n 200.000 naar school, "maar dat aantal is gelukkig heel snel aan het toenemen".

Voor oudere kinderen is de situatie volgens Rutte anders. "Kinderen van 15, 16 jaar, die zeggen: ja wat is precies mijn toekomst? Kan ik dadelijk naar een vervolgopleiding, kan ik een baan krijgen? Er is grote onzekerheid."

Lokale boeren

"Hij komt ons helpen", zegt een man in het tentenkamp. "We willen alleen maar veiligheid. Verder niets. We hoeven geen hulp voor eten en drinken. Alleen maar veiligheid."

En zijn dochter, die denkt dat Rutte uit Canada komt, wil niet weg uit het kamp. "Nee, ik wil alleen terug naar Syrië."

"We gaan de komende twee jaar weer fors investeren in dit land", zegt Rutte. "Dan gaat het ook om hele praktische dingen zoals het voedsel hier in de kampen. Dat komt vaak van buiten Libanon en wordt dan hier naar toe gebracht. Maar waarom niet voedsel van de lokale boeren naar de kampen brengen? Daar wil Nederland bij helpen."

Extra steun

Naast het bezoek aan het vluchtelingenkamp spraken Rutte en Ploumen met de Libanese premier Tammam Salam en ontmoetten ze burgemeesters van gemeenten waar veel vluchtelingen worden opgevangen.

Gisteren werd bekend dat Nederland volgend jaar 260 miljoen euro extra geeft aan buurlanden van Syrië voor de opvang van Syrische vluchtelingen. De nieuwe steun is bedoeld voor investeringen op de lange termijn en gaat onder meer naar onderwijs en gezondheidszorg. Ook moet er meer werkgelegenheid komen en mogelijkheden om een eigen bedrijf te beginnen.