De narwal klaar voor autopsie
NOS Nieuws

Dood gevonden narwal waarschijnlijk verhongerd

Een narwal die vorige week dood werd gevonden bij een sluis in de Schelde is waarschijnlijk van honger omgekomen, schrijft het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Onderzoekers van het instituut en van de universiteiten van Gent en Luik hebben vrijdag autopsie uitgevoerd op het gestrande zeezoogdier. Doordat het in verregaande staat van ontbinding was, is de doodsoorzaak niet met zekerheid vast te stellen.

Op het kadaver waren geen sporen van een aanvaring te zien. Het dier had geen voedselresten in de maag, wel stukjes plastic en geërodeerd drijfhout. Met 290 kg woog de narwal ook ruim 150 kilo te weinig voor een dier van zijn lengte.

Drijfhout

Dat het dier van honger is gestorven lijkt ook aannemelijk omdat het vele duizenden kilometers van zijn normale verspreidingsgebied was afgedwaald. De maaginhoud van de narwal, een soort drijfhout die geconcentreerd voorkomt in bepaalde delen van de Schelde, is een aanwijzing dat de tandwalvis niet in de Noordzee aan zijn einde is gekomen.

Mogelijk is hij de Schelde nog op gezwommen en daar gestorven. Het dier was al één tot twee weken dood toen het door twee wandelaars werd ontdekt aan de sluis van Wintam bij Bornem.

De autopsie toonde ook aan dat het dier hartproblemen had en een vergrote schildklier. De maten van het dier, een jong mannetje, zijn nu ook preciezer vastgesteld: het is 3,04 m lang, met een omtrek van 1,81 en een slagtand van 70 cm. Het skelet komt in de collectie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl