Ouderen blijven vaker verstoken van mantelzorg
Bijna een op de vijf ouderen en mensen met een beperking heeft niemand in zijn omgeving die mantelzorg geeft, blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het Nationaal Ouderenfonds is niet verbaasd door de cijfers. "We zien vooral de eenzaamheid bij ouderen. Dat gaat natuurlijk vaak hand in hand met ontbrekende mantelzorg", zegt woordvoerder Sander van Oorspronk.
"Je kunt je voorstellen dat als er niemand op de koffie komt voor een praatje, het ook lastig is om iemand te vragen boodschappen te doen of op een andere manier een handje te helpen in de huishouding", zegt Van Oorspronk.
Hij benadrukt dat kinderen vaak prima contact hebben met hun ouders. "Maar als die aan de andere kant van het land wonen, dan betekent dat dus niet dat de mantelzorg meteen op orde is." Veel ouderen weten mantelzorg alsnog goed te regelen, maar dat lukt volgens het Ouderenfonds niet iedereen.
Ruim 2 miljoen
Volgens het onderzoek kregen 2,2 miljoen thuiswonende volwassenen in 2014 mantelzorg. Dat komt neer op 17 procent van de Nederlanders ouder dan 18 jaar. Het is voor het eerst dat in een onderzoek van het SCP de daadwerkelijk geboden mantelzorg is verwerkt.
"In de grote steden hebben steeds minder mensen een netwerk", zegt directrice Liesbeth Hogendijk van Mezzo, de landelijke vereniging voor mantelzorg. "We realiseren ons niet vaak genoeg wat het betekent als je geen contact meer hebt met vrienden en familie."
Ook Anke van Hest van het Steunpunt Mantelzorg Veldhoven ziet de verschillen tussen kleine gemeenten en de grote steden. "Bij ons in Veldhoven lopen buren redelijk makkelijk bij ons binnen om te melden dat ze zich zorgen maken", zegt Van Hest. "Maar in de grote steden dreigt isolement natuurlijk sneller. Deze steeds groter wordende groep is moeilijk te bereiken."
Uit het onderzoek van het SCP op basis van cijfers uit 2014 komt naar voren dat 75-plussers vaker niemand hebben die voor ze kan zorgen dan mensen die jonger zijn. Dat komt voor een belangrijk deel omdat ze geen partner meer hebben.
Als alle volwassenen worden meegerekend, heeft bijna 10 procent niemand om op terug te vallen. Zij hebben geen familie, vrienden of buren die ondersteuning kunnen geven. Het gaat daarbij vooral om hulp in de huishouding, zegt het SCP.
Vroeger was er een echte dagbesteding. Dit is bedoeld als een alternatief voor wat er niet meer is.
In Veldhoven is er voor de mensen die het steunpunt wel hebben gevonden een programma opgezet om hen te helpen de dag door te komen. "Vrijwilligers begeleiden mensen tijdens activiteitenprogramma's, gericht op gezelligheid en aanspraak", zegt Van Hest. "Daar is steeds meer vraag naar. Vroeger was er een echte dagbesteding. Dit is bedoeld als een alternatief voor wat er niet meer is."
Terwijl de vraag naar hulp groter wordt, is de groep vrijwilligers juist kleiner geworden. "Het wordt overal krapper. Mensen die bijvoorbeeld eerst 4 uur huishoudelijke hulp krijgen, krijgen na herindicatie nog maar 2,5 uur. Dan blijft er werk liggen, dat op een of andere manier toch gedaan moet worden."