Dekkingsgraad grote pensioenfondsen zakt verder weg

De dekkingsgraden van de vijf grote pensioenfondsen zijn opnieuw verder gedaald, waardoor een verlaging van de pensioenen van miljoenen Nederlanders vanaf volgend jaar dichterbij komt. De dekkingsgraad - de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de betalingsverplichtingen - moet volgens de wet 105 procent zijn.

Begin dit jaar waarschuwden de pensioenfondsen al voor een verlaging. Ze hebben vooral last van de lage rente.

De actuele dekkingsgraad van het ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, stond eind maart op 90,4 procent, een daling van bijna 7 procentpunt ten opzichte van eind 2015. Ook bij Pensioenfonds Zorg & Welzijn en de metaalfondsen PMT en PME daalde de dekkingsgraad naar rond de 90 procent.

Alleen het pensioenfonds voor de bouwsector, Bpf Bouw, doet het een stuk beter met bijna 104 procent. Voor dat fonds lijkt een pensioenverlaging dan ook niet in zicht.

"Onze financiële positie blijft zorgelijk", zegt voorzitter Corien Wortmann-Kool van ambtenarenfonds ABP. "We verkeren in de gevarenzone en dat betekent dat de kans op verlaging van het pensioen in 2017 nadrukkelijk aanwezig blijft."

"Er is een aanzienlijke kans dat we de pensioenen in 2017 voor het eerst in ons bestaan moeten verlagen", zegt Peter Borgdorff, directeur van Zorg & Welzijn. "Die eventuele verlaging mogen we dan wel uitsmeren over tien jaar. Maar het blijft een slechte boodschap voor iedereen die pensioen ontvangt of opbouwt."

"De dekkingsgraad zakt almaar verder weg", zegt PMT-directeur Guus Wouters. "Kortingsmaatregelen in 2017 komen met de dag dichterbij."

Afrekening volgt eind 2016

Of de fondsen daadwerkelijk de pensioenen moeten verlagen, hangt af van wat eind dit jaar hun dekkingsgraad is. Is die op dat moment lager dan 90 procent, dan moet ze korten.

Het gaat dan overigens niet om de actuele dekkingsgraad van december 2016, maar om de gemiddelde dekkingsgraad over een jaar gezien, de zogeheten beleidsdekkingsgraad.