Flexibele lestijden en vakanties op meer scholen
Drie weken op vakantie in mei of een vierdaagse schoolweek: op elf basisscholen is dat al mogelijk. Zij doen al enkele jaren mee aan een proef, die met ingang van komend schooljaar wordt uitgebreid. Dan mogen twintig scholen hun lestijden aanpassen aan de wensen van de ouders.
Dat schrijft staatssecretaris Dekker van Onderwijs aan de Tweede Kamer, die vandaag over de flexibele schooltijden debatteert. Een belangrijk onderdeel van de discussie is wat de gevolgen zijn voor de onderwijskwaliteit. Volgens de Onderwijsinspectie zijn er zowel voor- als nadelen.
940 uur per jaar
Toen het experiment in 2011 van start ging, kwamen voor de deelnemende scholen twee eisen te vervallen: de landelijk vastgestelde vakantieperiodes en de vijfdaagse schoolweek. De scholen mogen daarin flexibel zijn, zolang de leerlingen maar 940 uur per jaar les krijgen en het vereiste niveau halen.
Dat heeft nogal wat gevolgen, zowel organisatorisch als onderwijskundig. Zo moet de school vijftig weken per jaar open zijn, inclusief de hele zomer, en moeten de lessen veel meer op de individuele leerling worden afgestemd. Dat gaat lang niet overal goed, concludeert de Onderwijsinspectie.
Vaak kwam dat doordat scholen onvoldoende op de nieuwe werkwijze waren voorbereid, schreef Dekker vorig jaar al aan de Tweede Kamer. Zes scholen die aan het experiment meededen, kampten daarvoor met teruglopende leerlingenaantallen. Flexibele schooltijden waren voor hen geen inhoudelijke wens, maar vooral een manier om meer leerlingen te trekken.
Een ander probleem is dat de deelnemende scholen veel 'zorgleerlingen' aantrekken. Ouders van die leerlingen zijn blij met de individuele begeleiding, maar veel scholen bleken die zorg vorig jaar nog niet op orde te hebben, zeker niet voor zo veel kinderen tegelijk.
Twee scholen die aan de proef meedoen, werden door de inspectie als zwak of zeer zwak beoordeeld. Eén school presteerde juist bovengemiddeld. Dat is basisschool De School in Zandvoort, die als enige al sinds 2009 flexibele schooltijden en vakanties heeft, destijds nog in strijd met de geldende regels.
Bijzonder tevreden
Tegenover de problemen staat dat de ouders bijzonder tevreden zijn. Zij kunnen de schooltijden beter afstemmen op hun werktijden en ze kunnen buiten het hoogseizoen, en dus goedkoper, op vakantie. De kinderen zijn blij met de extra aandacht die ze krijgen tijdens rustige periodes op school en ook de meeste docenten zijn enthousiast over hun werk en hun werktijden.
Voor D66 is dat reden om flexibele schooltijden meteen op alle basisscholen te willen toestaan: hoe meer scholen hiermee ervaring opdoen, hoe sneller de kinderziekten verdwijnen. Volgens D66-Kamerlid Paul van Meenen wordt dan ook voorkomen dat de weinige scholen die aan het experiment mogen meedoen, ineens veel meer leerlingen krijgen.
In het gareel
Staatssecretaris Dekker vindt dat nog een stap te ver, gezien de waarschuwingen van de Onderwijsinspectie. Uitbreiding van het experiment naar twintig scholen vindt hij verantwoord. Voor de elf scholen die nu al flexibel werken, is dat goed nieuws: als Dekker het experiment had stopgezet, hadden zij na de zomer weer gewoon in het gareel moeten lopen.