Epke Zonderland op het strand in Rio
NOS Sport

In de hal of op het strand, overal zijn de turners een team

  • Edwin Cornelissen

    Verslaggever

  • Edwin Cornelissen

    Verslaggever

De turnmannen hebben hun olympische kwalificatie in stijl gevierd: als een team. Samen vierden ze het feest, samen dronken ze champagne en samen namen ze een nachtelijke duik in de Atlantische Oceaan.

Het is een groot contrast met de staat van het Nederlandse mannenturnen van een aantal jaren geleden. Toen was de Nederlandse ploeg een verzameling individuen die enkel bezig waren met persoonlijk succes.

Golven

Alles was anders dit keer. “Er was zo’n goede sfeer”, vertelt Casimir Schmidt over de avond na de wedstrijd. “Met z’n allen naar het strand, in het water, golven springen. Daar hadden we nog helemaal geen tijd voor gehad. Hartstikke leuk.”

Bart Deurloo vult aan: “De vibe na de wedstrijd… Het ontplofte echt. Ik heb mij nog nooit zo blij gevoeld na een wedstrijd.”

Turners in extase na "wedstrijd van hun leven"

Als oud-gedienden weten Epke Zonderland (30) en Jeffrey Wammes (28) hoeveel professioneler het mannenturnen de afgelopen jaren is geworden. Moderne trainingscentra en hooggekwalificeerde, fulltime trainers waren vroeger dun gezaaid, nu zijn het de solide pijlers onder het turnsucces.

Zonderland: “We hebben in de breedte kunnen investeren. Daardoor is een jonge generatie opgekomen die fantastisch kan meedraaien. Ik weet nog hoe lang wij nodig hadden om World Cup-finales te halen. En deze jongens doen dat al heel snel. Dus het is een goede investering geweest.”

Kleintjes

Ook Wammes stamt nog uit de tijd van improviseren. “Als ik nu die kleintjes zie lopen, denk ik weleens: jullie weten niet hoeveel geluk jullie hebben dat je in zo’n mooie zaal terechtkomt, met trainers die de hele dag aanwezig zijn."

"Mijn trainer was gymleraar, kwam uit school en ging toen ons les geven. Wij moesten eerst drie kwartier alle toestellen opbouwen. Dat is een groot verschil met nu.”

Daarnaast is ook mentaal de knop omgegaan bij de turners. De individualisten van toen hebben plaatsgemaakt voor teamspelers, die een heilig geloof hebben in een ambitieus doel: met een volledige ploeg scoren op de Olympische Spelen.

Geïnspireerd door het enthousiasme van bondscoach Mitch Fenner conformeerden jong en oud zich aan het project, dat de slogan ‘One team, one goal’ meekreeg.

Van turners als Jeffrey Wammes werden offers verwacht. Weg met de focus op louter de specialismen sprong, vloer en rek. Wammes moest breed inzetbaar zijn. “Ik wist dat ik niet meer in het team zou komen als ik niet meer toestellen zou trainen. Dus dat was een beetje een moeilijke keus.”​

Je gunt het iedereen om de wedstrijd van zijn leven te hebben.

Turner Casimir Schmidt

Het besef dat de torenhoge ambitie van Fenner niet berustte op grootspraak kwam in 2014, toen Nederland op de EK in Sofia in de topzes eindigde. Een bevestiging dat de ploeg zich met de beste Europese landen kon meten. De progressie zette zich voort op de WK in Glasgow en tijdens de historische avond op het Test Event in Rio.

Het geheim van de turnmannen? Schmidt stelt dat Oranje meer is dan slechts de optelsom van een reeks gymnasten. De mannen staan voor elkaar klaar en gunnen elkaar alles.

“Normaal dacht je altijd in een wedstrijd als iemand tegen wie je strijdt een foutje maakte: jammer voor hem, maar nu kan ik er overheen. Nu denk je alleen maar: iedereen moet uitturnen! Je gunt het iedereen om de wedstrijd van zijn leven te hebben.”

Casimir Schmidt

Bart Deurloo merkte dat toen de jonge Frank Rijken klaarstond voor sprong. “Ik train met Frank en ik weet dat hij soms wat moeite heeft met die sprong en dat hij als het wat minder gaat zijn hoofd laat hangen. Nu maakt hij de beste sprong van zijn leven."

"Als je dan ziet hoe hij reageert, en dat je dat allemaal zo voelt. Ik dacht: wow, man, we gaan het gewoon halen. Ik vond het zo mooi voor die jongen. Dat was een heel mooi moment.”

Epke Zonderland op het strand in Rio

Van teamgenoot naar concurrent

Nu kwalificatie voor de Spelen een feit is, slaan de Oranje-turners een nieuw pad in: ze worden de komende maanden elkaars concurrent in de strijd om de selectie te halen. Komende zomer worden twee kwalificatiewedstrijden gehouden om te bepalen welke sporters het beste zicht hebben op een medaille in Rio.

Het dwingt Bart Deurloo tot het maken van keuzes. “Dan ga je toch kijken naar focus op een toestel. Want allround is het lastig om een medaille te halen. Het wordt toch weer strijden. Voor sommige mensen wordt het vervelend, voor sommige mensen wordt het feest. Maar het is topsport en het blijft hard.”

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl