Verzoek oppositie om meer geld terreurbestrijding verworpen
Minister Van der Steur hoeft niet voor 1 mei aan te geven hoe hij gaat zorgen dat er meer geld komt voor de bestrijding van terrorisme. Een motie van CDA, D66, ChristenUnie en SGP die daarom vroeg is verworpen.
De vier partijen gaven vorige week in het debat over de aanslagen in Brussel geen steun aan een motie van wantrouwen tegen Van der Steur.
Ze vonden dat hij zich als minister van Veiligheid en Justitie tot nu toe te weinig pro-actief, alert en assertief heeft opgesteld en dat terreurdreiging beter moet worden bestreden. En ze hoopten dat naar aanleiding van hun verzoek meer geld voor de opsporingsdiensten kon worden toegezegd.
De vier partijen wijzen erop dat de politie 300 miljoen euro tekort komt en dat er capaciteitsproblemen zijn bij onder meer de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie.
De motie kreeg bij de stemmingen in de Tweede Kamer brede steun van de oppositie, maar de regeringspartijen VVD en PvdA waren niet voor. Daardoor is er geen Kamermeerderheid.
Een deel van de oppositiepartijen, waaronder CDA en D66, vindt al sinds Prinsjesdag dat er meer geld voor veiligheid moet komen. Ze dreigden tegen de begroting van Van der Steur te stemmen, maar gingen uiteindelijk onder voorwaarden akkoord.