Syriëgangers radicaliseren sneller en zijn jonger
Europese jihadisten radicaliseren veel sneller dan een paar jaar geleden, ze zijn bovendien jonger en minder gelovig. Dat blijkt uit het eerste grote Europese onderzoek naar terreur door het Internationaal Centrum voor Contra-Terrorisme in Den Haag.
Volgens de onderzoekers nemen jongeren soms binnen een maand het besluit om jihadist te worden. Onder hen zijn veroordeelde criminelen die vinden dat ze in Europa geen toekomst hebben en daarom naar Syrië gaan. Ze komen in aanraking met gelijkgezinden en besluiten samen naar Syrië en Irak te gaan.
Volgens een van de onderzoekers, Bibi van Ginkel van instituut Clingendael in Den Haag, zijn het bekenden van de politie die als "born-again salafist een legitimatie voor hun daden vinden". Volgens haar is het onderzoek uniek omdat de meeste gegevens rechtstreeks van de Europese overheden komen.
Een derde
Uit het rapport blijkt verder dat sinds 2012 ongeveer 4000 jihadisten naar Syrië en Irak zijn gegaan om daar aan de kant van terreurgroepen als IS te vechten. Van dat aantal is 30 procent uiteindelijk teruggekeerd naar Europa.
De meeste Europese Syriëgangers (zo'n 2800) komen uit vier landen: België, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Zeker 580 jihadisten werden gedood.
De nadruk van de Europese landen ligt op veiligheidsmaatregelen tegen jihadisten. Het komt steeds vaker voor dat van iemand het paspoort wordt afgenomen, zonder dat de rechter daaraan te pas komt. Ook worden banktegoeden bevroren om te voorkomen dat een jihadist afreist naar het Midden-Oosten.