Van der Steur: informatie over terroristen kwam toch niet van FBI
De informatie uit de Verenigde Staten over de broers Bakraoui kwam niet van de FBI, maar van de politie in New York. Dat schrijft minister Van der Steur aan de Tweede Kamer.
Gisteren meldde de minister de Kamer dat de FBI een paar dagen voor de aanslagen in Brussel de Nederlandse politie op de hoogte had gesteld van de criminele achtergronden van de broers en dat de Nederlandse politie die informatie heeft gedeeld met de Belgische.
Veel vragen
In het Kamerdebat van gisteren waren veel vragen over de gang van zaken. De Kamer wil onder meer weten waarom de FBI de informatie aan Nederland gaf. Van der Steur zei dat niet te weten, maar het uit te zoeken.
Nu meldt hij dat hij die vraag heeft uitgezet bij de politie. Daaruit maakt hij op dat "ten aanzien van de afzender van de informatie een fout is gemaakt. De Nederlandse liaison heeft het bericht ontvangen van een andere grote Amerikaanse opsporingsinstantie, de Intelligence Division van de New York Police Department".
Van der Steur benadrukt dat de fout niets afdoet aan de inhoud van de informatie. Volgens hem is die identiek aan wat hij de Kamer gisteren heeft gemeld. Waarom de Amerikanen die informatie aan Nederland hebben gegeven, weet hij nog niet. Hij zal daar navraag naar doen bij de politie in New York.
Volgens Haagse bronnen kwamen gisteravond tegen het eind van het debat de eerste aanwijzingen bij het kabinet dat de informatie mogelijk niet van de FBI afkomstig was, maar van een andere dienst. Het heeft vervolgens nog enige uren gekost om te achterhalen hoe het precies zat. Vanochtend stuurde Van der Steur de brief aan de Kamer.
Over de kwestie is vannacht ook overleg geweest op het Torentje. Daarbij waren onder anderen premier Rutte, Van der Steur en ambtenaren van Veiligheid en Justitie aanwezig.