Cruijffs dilemma: Koeman, Romário, Stoitsjkov of Laudrup?
Het voetbalevangelie van nummer 14 en veel warme herinneringen aan de beste voetballer die Nederland gekend heeft, vormden de rode draad in Studio Voetbal. Drie dagen na zijn overlijden werd eens te meer de grootsheid van Johan Cruijff onderstreept. Maar dat is logisch.
Co Adriaanse ontdekte op jonge leeftijd al het talent van generatiegenoot Cruijff. "Ik speelde met de B1 van De Volewijckers tegen Ajax en toen was hij al ongelooflijk goed", vertelde Adriaanse, die samen met Spanje-correspondent en Barcelona-kenner Edwin Winkels, AD-journalist Sjoerd Mossou en Youri Mulder aan tafel zat bij gastheer Tom Egbers.
Bal over de doellijn lopen
"Johan was in staat een heel elftal te passeren, de keeper te omspelen en de bal over de doellijn te lopen", weet Adriaanse. "Later werd hij ook slimmer. Als voorstopper ging je altijd twijfelen tegen hem."
"Hij zou in deze tijd nog beter zijn geweest, omdat de velden destijds veel slechter waren. Hij had een verfijnde motoriek, mede door het straatvoetbal."
Koeman, Romário, Stoitsjkov of Laudrup
Winkels haalde een fraaie anekdote over Cruijff die zich als trainer van FC Barcelona geen raad wist met de vier buitenlanders bij de club. "Cruijff kon kiezen uit Koeman, Romário, Stoitsjkov en Laudrup, maar hij mocht door de regels van toen er maar drie selecteren."
"Cruijff kon niet beslissen en dat was zelfs zo erg dat Tonnie Bruins Slot (de assistent-coach destijds, red.) twee uur voor de wedstrijd aan hem vroeg: 'Johan, wat gaan we nou doen'? Cruijff antwoordde: 'Doe dan maar Koeman, want die kan ik het in het Nederlands uitleggen'."
De naam Cruijff is synoniem aan 'totaalvoetbal', het systeem waarmee Ajax en het Nederlands elftal onder regie van Cruijff een onuitwisbare indruk maakten. "Wie vond het uit? Michels of Cruijff", vraagt Adriaanse zich af.
"Cruijff was de eerste speler die een heel team beter kon laten spelen, bijvoorbeeld door terug te zakken naar het middenveld. Positiewisselingen", legt Adriaanse uit. "Hij verliet het idee dat elke speler een aparte taak had."
"Voor 1970 was het bijvoorbeeld ondenkbaar dat een rechtsback opkwam aan de zijkant, zoals we dat tegenwoordig zien. De meevoetballende keeper van nu is hier ook onderdeel van", aldus Adriaanse.
Ook het huidige Nederlands elftal kwam ter sprake. De nederlaag vrijdag tegen Frankrijk heeft duidelijk gemaakt dat Oranje nog altijd zoekende is naar het ideale spelsysteem: 5-3-2 of 4-3-3?
"Het is een duivels dilemma", vindt Mossou. "5-3-2 lijkt mij onzin om te spelen, vooral als Robben er niet bij is." Youri Mulder valt hem bij. "De onvoorspelbaarheid met deze aanvallers (Promes en De Jong, red.) is er niet."
Adriaanse vindt dat Oranje veelzijdig moet kunnen zijn. "Het zou mooi zijn als je met dezelfde elf spelers naast 5-3-2 ook 4-3-3 kan spelen. We zouden meer van dat soort spelers moeten hebben", legt hij uit en geeft en passant de meest voor de hand liggende oplossing: "We moeten weer talenten zoals Robben en Van Persie zien te produceren."
