Kamervoorzitter Arib
NOS Nieuws

Kamervoorzitter kritisch over werkwijze Kamer

  • Wilco Boom

    Politiek verslaggever

  • Wilco Boom

    Politiek verslaggever

De Tweede Kamer moet terughoudender zijn met het stellen van Kamervragen, het indienen van moties en het houden van debatten. Dat vergroot de effectiviteit van het parlement, betoogde Kamervoorzitter Khadija Arib in het NOS-programma Met het Oog op Morgen.

"Als wij elke week honderd moties indienen, moet je je afvragen of dat werkt. Als een minister vroeger een motie aan zijn broek kreeg, ging hij met knikkende knieën naar huis. Dat heb ik tot nu toe niet meegemaakt, dat ministers met knikkende knieën naar huis gaan."

Het gaat Arib niet alleen om de hoeveelheid moties, maar ook om schriftelijke en mondelinge vragen. "Ik merk wel dat de hoeveelheid groot is en dan moet je je afvragen of het effectief is en of het ook impact heeft op de bewindspersonen. Waar het mij vooral om gaat, is of de instrumenten die de Kamer tot zijn beschikking heeft, effectief worden gebruikt en dat deze instrumenten worden gebruikt om invloed uit te oefenen."

Arib is er overigens niet op uit om de controle-instrumenten van de Kamer te beperken, maar zij hoopt op enige zelfbeheersing. Er worden volgens haar bijvoorbeeld zo veel debatten aangevraagd dat ze soms pas worden gevoerd als het onderwerp al door de actualiteit is achterhaald.

"Ik heb al eens een debat voorgezeten dat uit 2014 kwam. Dan ga je anderhalf jaar later spreken over iets dat toen actueel was. Bij een ander debat kon de aanvrager zelf niet aanwezig zijn. Daar moeten we het intern over hebben, want het is belangrijk dat Kamerleden zich bewust zijn van de instrumenten die zij tot hun beschikking hebben."

Loopje

Kritiek heeft Arib ook op het kabinet. Ministers nemen vaak een loopje met de termijn van zes weken waarbinnen ze Kamervragen beantwoord moeten hebben. Als het kabinet zijn leven niet betert, wil de voorzitter een extra vragenuur in de Tweede Kamer gaan houden om die vragen dan mondeling te behandelen in aanwezigheid van de betrokken bewindsman of -vrouw.

"Dat moet afgelopen zijn. De vragen moeten binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord en als bewindspersonen daar overheen gaan worden ze aangemeld voor het mondelinge vragenuur. Ik denk dat wij een extra vragenuur kunnen inlassen of het huidige vragenuur kunnen verlengen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl