Cruijff was altijd een fractie sneller
Hij was visionair, taalvernieuwer, verlosser, wonderkind, hervormer en onruststoker. Maar bovenal was Johan Cruijff een van de beste voetballers in de geschiedenis.
Hendrik Johannes Cruijff, geboren op 25 april 1947, groeide op in Betondorp en raakte al op jonge leeftijd vergroeid met Ajax. Bij die club debuteerde hij op 15 november 1964 in de uitwedstrijd bij het Groningse GVAV. Ajax verloor met 3-1, maar de zeventienjarige Cruijff scoorde wel bij zijn debuut.
In acht seizoenen ontwikkelde de kleine, ongrijpbare aanvaller zich tot de absolute leider bij de Amsterdammers. Met kenmerkende branie en een enorme doelpuntenproductie (247 treffers in 318 wedstrijden) leidde Cruijff de Amsterdamse club in eigen land naar zes landstitels en vier KNVB-bekers.
Wereldtop
Ook stuwde hij Ajax naar de absolute top in Europa. In 1969 ging de finale van de Europa Cup I nog met 4-1 verloren van AC Milan, maar van 1971 tot 1973 was Ajax drie jaar op rij de beste club in Europa. In 1972 werd bovendien de wereldbeker veroverd na een zege door het Argentijnse Independiente in twee duels te verslaan.
In 1973 verkaste Cruijff naar FC Barcelona, waar hij herenigd werd met trainer Rinus Michels. In zijn eerste seizoen in Catalonië verkreeg Cruijff de status van een legende door Barcelona voor het eerst in veertien jaar naar de Spaanse landstitel te voeren. Op weg naar die titel werd aartsrivaal Real Madrid in eigen stadion met 5-0 (een doelpunt van Cruijff) vernederd.
Cruijff en Michels waren ook verantwoordelijk voor het succes van het Nederlands elftal bij het WK van 1974. Hoewel Oranje de finale uiteindelijk verloor van het gastland, maakte het 'totaalvoetbal' van aanvoerder Cruijff en de zijnen grote indruk. Vier jaar later in Argentinië schitterde Cruijff door afwezigheid. Uiteindelijk zou Cruijff slechts 48 keer voor Oranje uitkomen, daarin scoorde hij 33 keer.
Afscheid en terugkeer
Het voorgenomen afscheid van Cruijff als voetballer in 1978 viel om meerdere redenen in het water. In zijn eigen afscheidsduel werd Cruijff met Ajax vernederd door Bayern München, die in het Olympisch Stadion met 8-0 wonnen. Ook zakelijk leed Cruijff grote verliezen, waardoor hij gedwongen werd zijn loopbaan voort te zetten.
Via Los Angeles Aztecs en Washington Diplomats in de Noord-Amerikaanse profcompetitie en een kort verblijf bij Levante in Spanje keerde Cruijff in december 1981 terug bij Ajax. Met twee landstitels achter zijn naam vertrok hij in 1983 met slaande deuren uit De Meer na een conflict met de clubleiding.
De gekrenkte Cruijff besloot tot een ultieme revanche en ging in op een aanbod van Feyenoord. Na 34 wedstrijden had Cruijff zijn punt gemaakt en nam definitief afscheid. Mét de landstitel, zijn tiende.
Technisch directeur
Op 6 juni 1985 trad Cruijff aan als technisch directeur bij Ajax. Die constructie was nodig om de ongediplomeerde Cruijff als trainer voor de groep te krijgen. Twee jaar later schonk de KNVB hem alsnog zijn trainersdiploma wegens bewezen diensten voor het Nederlandse voetbal.
Hoewel Cruijff een talentvolle groep tot zijn beschikking had met onder anderen Marco van Basten, Frank Rijkaard, Ronald Koeman en Gerald Vanenburg, moesten de Amsterdammers in die jaren zijn meerdere erkennen in PSV. Wel was Ajax twee keer de beste in de KNVB-beker, waardoor de club mocht deelnemen aan de Europa Cup II. In 1987 werd Ajax de eerste en enige Nederlandse club die het de Europa Cup voor bekerwinnnaars op zijn schreef, door Lokomotiv Leipzig in de finale met 1-0 te verslaan.
Zijn grootste roem als trainer vergaarde Cruijff bij zijn tweede liefde FC Barcelona, waar hij in 1988 aangesteld werd. Cruijff haalde de bezem door de organisatie van de club, herstructureerde de jeugdopleiding en verving de medische begeleiding. Op het veld formeerde hij een elftal, dat bekend zou worden als het Dream Team.
Dream Team
Eigen talenten als Josep Guardiola, Albert Ferrer en Sergi en gerichte aankopen als Michael Laudrup, Ronald Koeman en Hristo Stoitsjkov moeten Barcelona naar het hoogste podium brengen. In 1989 schreef Cruijff met Barcelona opnieuw de Europa Cup II op zijn naam. De Italiaanse opponent Sampdoria werd met 2-0 verslagen. De finale bleek een voorbode voor het echte werk.
Drie jaar later, op 20 mei 1992, houden Barcelona en Sampdoria elkaar in de Europa Cup I-finale op Wembley tot diep in de verlenging in evenwicht. Tot Ronald Koeman mag aanleggen voor een vrije trap. De kanonskogel van de blonde verdediger slaat in als een bom, voorbij de graaiende handen van de Italiaanse doelman Gianluca Pagliuca. De camera zwenkt naar de zijlijn, waar Johan Cruijff zich in zijn beige regenjas richting het veld beweegt. De souplesse van vroeger is verdwenen, zijn voet blijft haken achter het reclamebord. De legendarische nummer veertien is nu ook een legendarische trainer.
Tot 1996 bouwt Cruijff aan zijn Dream Team. Balbezit wordt de norm, technische superioriteit het middel. Vier seizoenen achtereen is Barcelona de beste van Spanje. In acht jaar wint Cruijff als trainer van Barcelona elf trofeeën, een aantal dat pas in 2011 door zijn protégé Guardiola verbeterd wordt.
In die periode werd Johan Cruijff ook twee keer genoemd als droomkandidaat om bondscoach te worden. Voor het WK in 1990 en opnieuw in 1994 deden de spelers een dringend beroep op de KNVB om Cruijff aan te stellen. Beide pogingen strandden.
Cruijff-revolutie
Na zijn ontslag bij Barcelona liet Cruijff regelmatig op televisie zijn licht schijnen over internationale wedstrijden, concentreerde zich op de activiteiten van de Johan Cruijff Foundation en gaf gevraagd en ongevraagd advies aan zijn grote leifde Ajax en Barcelona. Tot een officiële functie in de voetballerij liet hij zich niet verleiden.
In 2008 mislukte een terugkeer van Cruijff bij Ajax, omdat trainer Marco van Basten diens hervormingsplannen te rigoureus vond. Na een kansloze nederlaag in september 2010 uitte Cruijff via zijn column in De Telegraaf stevige kritiek op het beleid van Ajax. Dat was de opmaat naar een nieuwe rol binnen de club, eerst als initiator van een plan om de jeugdopleiding te hervormen - de zogenoemde Cruijff-revolutie - en later als lid van de raad van commissarissen.
Die 'fluwelen revolutie' ging gepaard met ruzie en rechtszaken, maar kreeg uiteindelijk grotendeels zijn beslag in De Arena en vooral op De Toekomst. Ook Cruijff gaf zijn commissariaat op, maar bleef betrokken als adviseur. Zijn invloed bleek vooral in de jeugdopleiding van de Amsterdammers die grondig hervormd werd naar de visie van Cruijff.
In dezelfde Telegraaf maakte Cruijff half november 2015 via zijn column bekend dat hij Ajax niet langer van advies wilde voorzien. Nadat zijn vazal Wim Jonk als hoofd jeugdopleiding was weggestuurd, trok Cruijff de stekker uit zijn eigen plan.
Ziekte
Terwijl de gemoederen in Amsterdam weer eens hoog opliepen, vocht Cruijff tegen een heel andere vijand. Op 22 oktober 2015 werd bekend dat bij Cruijff longkanker was geconstateerd. Op het nieuws volgden steunbetuigingen uit de hele wereld.
De oud-voetballer onderging vele behandelingen in zijn woonplaats Barcelona. "Momenteel heb ik het gevoel dat ik in de eerste helft met 2-0 voor sta", schreef Cruijff op 13 februari 2016. "Maar de wedstrijd is nog niet voorbij. Toch weet ik zeker dat ik uiteindelijk ga winnen."
Erfenis
Sinds 1996 strijden de landskampioen in de eredivisie en de bekerwinnaar om de Johan Cruyff-schaal. Ook de prijs voor het grootste talent in de eredivisie is naar hem vernoemd. De winnaar heeft het recht om een trapveldje - een Cruyff Court - op een locatie naar keuze aan te laten leggen. De aanleg van trapveldjes is een van de activiteiten van de Johan Cruyff Foundation, die daarnaast opleidingen biedt op verschillende niveaus aan de Johan Cruyff University.
Johan Cruijff werd driemaal uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar en is Officier in de orde van Oranje-Nassau. Cruijff werd ook onderscheiden door de Verenigde Naties. Hij kreeg de Prijs van Verdienste voor zijn prestaties als topsporter.