Hoe God (bijna) verdween uit Nederland
Nederland is geen christelijke natie meer. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek God in Nederland dat iedere tien jaar door de KRO wordt gehouden onder ruim 2100 Nederlanders. Een overgrote meerderheid, 82 procent, komt nooit of bijna nooit in een kerk. En een ruime meerderheid vindt dat religie geen bepalende rol meer hoort te spelen in de politiek en het onderwijs.
Bijna een kwart van de ondervraagden bestempelt zichzelf als atheïst, in 2006 was dat nog 14 procent. Opvallend is dat de verwachte opmars van spiritualiteit tot stilstand lijkt zijn gekomen. Tien jaar geleden beschouwde 40 procent van de ondervraagden zichzelf nog als spiritueel, nu is dat nog 31 procent.
Religie wordt ook steeds minder beschouwd als sociaal bindmiddel. Een kwart van de bevolking denkt dat de moraal wordt bedreigd als niemand meer in God gelooft. Dat was tien jaar geleden nog 40 procent. Het aantal mensen dat aangeeft nooit te bidden is gestegen van 36 procent in 2006 naar 53 procent in 2016.
Er gaan steeds minder mensen naar de kerk. Het kerkbezoek daalde met bijna de helft van 30 procent in 2006 naar 18 procent. Vooral de rooms-katholieke kerken worden steeds leger. Daar is de daling iets groter dan in de protestantse kerken. Steeds minder katholieken participeren in geloof en kerk. Nog maar 13 procent gelooft in het bestaan van een hemel en minder dan de helft gelooft dat Jezus de Zoon van God is.
Ook vindt ruim de helft van de katholieken dat hun kerk niet aansluit bij hun eigen levensvisie. Toch doet de belangrijkste vertegenwoordiger van dit geloof het goed: paus Franciscus wordt het vaakst genoemd als iemand met een belangrijke of inspirerende boodschap.
Bij de Protestantse Kerk is de secularisatie minder sterk. Hoewel ook hier het ledental daalt, blijft de kerkgang en het geloof min of meer gelijk. 77 procent van de protestanten gelooft in het goddelijk karakter van Jezus Christus, een kleine daling van 8 procent ten opzichte van tien jaar geleden. Toch mist een derde van de leden de aansluiting van hun kerk bij hun eigen levensvisie.
Buitenkerkelijk
Er zijn niet alleen minder kerkgangers, ook het aantal kerkleden neemt steeds verder af tot circa een kwart van de bevolking. In 2006 was nog 34 procent van de bevolking lid van een kerk.In Nederland rekent 25 procent van de bevolking zich tot een van de christelijke kerken, 5 procent is moslim en 2 procent hangt een stroming als het hindoeïsme of het boeddhisme aan.
Als je lang genoeg niet bij een grote groep gelovigen hoort, dan zal ook het vuur doven.
De rest van de Nederlanders is buitenkerkelijk. Binnen deze groep vallen mensen die wel geloven, maar niet naar de kerk gaan (17 procent) en mensen die niet gelovig zijn maar wel spiritueel (10 procent). Het grootste gedeelte, 41 procent, van deze groep is seculier en dus gelovig noch spiritueel.
"Het verrast me eigenlijk wel dat de groep die ongebonden spiritueel is, naar beneden lijkt te gaan", zegt theoloog Frank Bosman in het NOS Journaal op NPO Radio 1. "We zaten in een situatie dat veel mensen besloten om niet meer naar de kerk te gaan, maar wel thuis met het geloof bezig bleven. Maar ik denk dat als je lang genoeg niet bij een grote groep gelovigen hoort, dat dan ook het vuur dooft."
We zijn nog steeds wel spiritueel, maar we zijn zelfs vergeten dat het zo heet.
Dit jaar werd voor het eerst ook gevraagd naar The Passion, het lijdensverhaal van Jezus dat sinds 2011 ieder jaar live wordt opgevoerd en op televisie wordt uitgezonden. De belangrijkste rollen worden door bekende Nederlanders gespeeld.
Het evenement trekt miljoenen televisiekijkers, krijgt een ruime voldoende als betekenisvol drama en spreekt zowel kerkelijken als buitenkerkelijken aan. Die laatste groep krijgt door het evenement echter nauwelijks meer interesse voor het christelijk geloof.
"Als ik om me heen kijk, zie ik mensen wel degelijk continu bezig met existentiële vragen: wie ben ik, en waar kom ik vandaan?", zegt Bosman. "Dat zie je ook in films zoals Harry Potter en Star Wars. Superheldenfilms die vaak vol zitten met diepe religieuze en levensbeschouwelijke vraagstellingen, waar mensen zich heel erg tot aangetrokken voelen. Dat blijft onverminderd sterk. We zijn nog steeds wel spiritueel, maar we zijn zelfs vergeten dat het zo heet."