CPB: economie groeit, maar minder hard

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de verwachting voor de economische groei dit jaar naar beneden bijgesteld naar 1,8 procent. Een half jaar geleden ging het CPB nog uit van een groei van 2 procent.

Volgens het CPB ontwikkelt de Nederlandse economie zich stabiel. Mensen geven meer uit, onder meer door de lastenverlichting van 5 miljard euro van het kabinet en het groeiende aantal banen. Ook lagere pensioenpremies bij ambtenaren zorgen voor meer geld in de portemonnee.

De lagere gasbaten drukken de economische groei daarentegen met 0,2 procent nu er minder gas wordt gewonnen in Groningen vanwege het risico op aardbevingen. Al met al herstelt de economie zich na de crisis daarmee "gestaag, maar niet uitbundig".

Beter dan rest eurozone

Ten opzichte van de rest van de eurozone steekt ons land er met een verwachte groei van 1,8 procent dit jaar positief uit. Gemiddeld bedraagt de groei in de eurozone dit jaar 1,6 procent. Vorig jaar groeide de economie met 1,9 procent.

Het CPB ziet vooral internationale onzekerheden als risico voor de Nederlandse economie. Er is onrust op de financiële markten. Ook een eventuele brexit en het mogelijk buiten werking stellen van het Schengenverdrag door de instroom van asielzoekers kunnen schadelijke gevolgen hebben. Dat zou het vrije verkeer in Europa namelijk ernstig belemmeren.

Het CPB is wat negatiever over de vooruitzichten voor dit jaar dan de economen van de Rabobank. Die gaan nog uit van een groei van 2 procent, meldden ze vorige week. Over volgend jaar liggen ze wel op een lijn met een verwachte groei van 2 procent.